Henk en Henny van Denzen al zestig jaar gelukkig getrouwd

Feest in de Lathyruslaan afgelopen vrijdag. Daar vierden Henk en Henny van Denzen in de stralende lentezon dat ze zestig jaar getrouwd waren. Voor de gelegenheid was ook Pieter Walvaart uitgenodigd, zodat buren, kinderen, kleinkinderen én het bruidspaar zelf konden genieten van heerlijke (dans)muziek. Natuurlijk kwam ook burgemeester Emile Jaensch langs met een mooi bloemstuk, en de felicitaties van de gemeente.

De heer en mevrouw van Denzen leerden elkaar eind jaren vijftig kennen op een sportdag in Sassenheim. Henk kwam uit Noordwijkerhout, zijn vriendin Henny uit Lisse. In 1961 trouwden ze, 23 en 22 jaar oud. “Ik liep achter haar aan, en kwam in een feestfamilie!”

Na korte tijd in Hillegom en Lisse gewoond te hebben, kwamen ze in Oegstgeest terecht, in de Clematislaan. En sinds 1974 wonen ze nu in de Lathyruslaan. “Een heerlijke straat om in te wonen.”

Zoals veel Oegstgeestenaren werkte de bruidegom jarenlang voor het Marine Elektronisch Bedrijf (MEB, later MEOB). “Later ben ik voor de Leidse Universiteit gaan werken. Op het Huygens Laboratorium ondersteunde ik de onderzoekers. Er moest altijd wel iets klaargezet of een apparaat gerepareerd worden. Professoren hebben altijd woeste plannen”, zegt hij met een twinkeling in zijn ogen. “Maar de uitvoering is moeilijker.” Ondanks dat hij het erg naar zijn zin had, besloot mijnheer toch met de VUT te gaan. “Het was een kans die ik anders niet meer zou krijgen.” Na zijn werkzame leven wist hij zijn dagen goed te vullen. “Ik ben heel vaak met Rode Kruis-vakanties meegegaan als vrijwilliger.”

Henny van Denzen was gezinsverzorgster. “Ik heb veel vreugde en verdriet meegemaakt.” Later zette ze zich als vrijwilliger veelvuldig in in verzorgingshuis Van Wijckerslooth en de Rooms Katholieke Willibrordkerk. Het paar hielp ook vele malen bij de Oegstgeester rolstoelvierdaagse.

Vanwege de coronapandemie en de daarbij behorende maatregelen kan het huwelijksjubileum nog niet groots gevierd worden met de vier kinderen en de vijf kleinkinderen. “Fijn dat we nu wel buiten bij elkaar kunnen zijn. Later gaan we samen nog uit eten bij het Valkenburgse meer.”

Willemien Timmers