Afbeelding

Mies Snieder-ter Beek heeft een lang docentverleden

Human Interest

Dit jaar verschijnen in deze rubriek interviews met inwoners van Oegstgeest die zo rond de leeftijd zijn van de Oegstgeester Courant, en dat is 88 jaar. Zij vertellen over hun leven en over Oegstgeest van vroeger en nu.

Verpleeghuis Marente, locatie Wijckerslooth, huisvest onder andere bewoners die fysiek weliswaar afhankelijk zijn, maar geestelijk een prima conditie hebben. In februari van dit jaar werd dat bewezen met het interviewen voor deze krant van mevrouw Keijzer, die nu 105 jaar en acht maanden is. Dit keer in de serie 'Ouderen ouder dan de Oegstgeester Courant' een gesprek met mevrouw Snieder, 96 jaar, en wonend in bovengenoemd verpleeghuis.

Tekst Wim van Tuijl / Foto Willemien Timmers


"Zeg maar Mies hoor", aldus Hermina Margaretha Snieder. "Ik ben een Tukker, want ik ben geboren in Enschede en daar heb ik 26 jaar gewoond. Na de lagere school ben ik naar de HBS gegaan", vervolgt ze. Op 16-jarige leeftijd had ze haar diploma op zak en besloot om de Kweekschool als vervolgopleiding te doen. De Kweekschool is de oude benaming voor wat nu Pedagogische Academie heet; de basis voor een loopbaan in het basisonderwijs. "Hiervoor moest ik naar Hengelo. Twee jaar ging ik dagelijks vanuit Enschede er op de fiets naar toe. Al op mijn 18e was ik klaar en kon ik voor de klas gaan staan." In die tijd hadden vrouwen in het onderwijs minder vaak een vaste betrekking. In Enschede stond ze op meerdere lagere scholen op tijdelijke basis voor de klas. "In 1940 brak de oorlog uit. Veel mannen, dus ook onderwijzers, doken onder om uit handen van de Duitsers te blijven. Om die reden kreeg ik een vaste aanstelling en bleef die tijdens de bezettingsjaren houden. Tot in mei 1945 de Duitse overgave werd getekend." Eindelijk was Nederland bevrijd, zou ze vertellen. Ze herinnert zich dat de vlaggen werden gehesen en de vreugdetaferelen, die zich onder meer uitten in dansen op straat. "We hebben niet zo erg geleden van de Hongerwinter, zoals in het westen. Er waren hier veel volkstuintjes waarop groentes en aardappelen werden geteeld." Terug naar het onderwijs. "De onderwijzer die ik jarenlang vervangen had, keerde terug en ik werd weer vervangende leerkracht die inviel bij ziekte."
Per 1 januari 1946 kwam Mies naar Leiden. "Ik kon aan de slag als lerares aan de Haanstraschool, waar niet alleen een Kweekschool was, maar ook een opleiding voor kleuterleidsters. In die tijd was dat uniek in Nederland. Er was ook een internaat aan de school verbonden voor leerlingen die uit andere delen van het land kwamen. Behalve Engels doceerde ik ook andere vakken op MULO-niveau. Veel leerlingen kwamen vanaf de lagere school naar de Kleuterleiderschool en kregen daar de vakken die normaal op de MULO worden gegeven. De opleiding duurde vier jaar", vertelt ze. Daarna konden de leerlingen aan de slag als kleuterleidster. Mies zou opklimmen binnen de Haanstraschool. In de jaren 50 kwam de Wet op het Kleuteronderwijs, die onder meer bepaalde dat er inspecteurs moesten worden aangesteld om toe te zien dat de kleuterscholen voldeden aan de wettelijke vereisten. "Zowel de directrice als de adjunct-directrice van de Haanstraschool kregen zo'n benoeming en zo werd ik bevorderd tot directrice van de Opleiding voor Kleuteronderwijs." De ingang van de school en het internaat lagen aan het Rapenburg. Er was ook een kleuterschool waar de leerlingen konden oefenen als stagiaire. Vanuit die school konden de leerlingen doorlopen naar de opleidingsschool die aan De Vliet lag. De opleiding is daar verdwenen, maar de gevelsteen herinnert nog steeds aan de oude bestemming. Daarop staat oprichter Haanstra met aan iedere hand een kleuter", vertelt ze. Ze bleef er werkzaam tot 1975 toen haar leven een grote wending nam.

Een goede vriendin van Mies overleed in 1974 op betrekkelijk jonge leeftijd. Ze kwam bij haar gezin geregeld over de vloer en kende dus ook haar man en drie zonen zeer goed. "Er groeide een diepe band tussen mij en Wim Snieder. In 1976 besloten we te trouwen en plotseling had ik, hoe zullen we het noemen, drie stiefzonen. Ik had door de jaren een goede band met hen opgebouwd. We woonden aan de Kennedylaan 171; een mooie bungalow met een tuin die aan het Oegstgeester Kanaal grenst. Het was een prachtige plek. Trouwens, Oegstgeest is sowieso een fijne gemeente om te wonen. Volop winkels, grote steden, strand, meren en medische voorzieningen: alles ligt als het ware binnen handbereik. De jongens vermaakten zich volop met zwemmen en kanovaren. Als de winter het toeliet konden ze fijn schaatsen op het kanaal. Ik heb daar een fantastische tijd met Wim en de jongens gehad." Mies vertelt dat dit langzaamaan veranderde toen Wim begin jaren negentig overleed. Ze heeft er nog jaren gewoond, maar haar lichamelijke gezondheid ging opeens snel achteruit. Zelfstandig wonen werd langzamerhand niet meer mogelijk en werd het huis verkocht. "Ik verhuisde naar ouderenzorgcentrum Mariëngaarde, waar ik verbleef totdat er een grote verbouwing ging plaatsvinden. Vandaar mijn verhuizing naar Wijckerslooth en dit zou mijn nieuwe permanente woonlocatie worden." Ze beaamt dat er naar haar wordt omgekeken. "Een goede vriendin bezoekt me vaak en ook de zonen van Wim laten me niet in de steek. Dat geeft me een goed gevoel. Één van hen doet mijn financiën, zodat ik daar geen omkijken naar heb."


Verlangen naar onderwijs

Onderwijs bleef haar hobby, alsmede studeren. "Ik heb op latere leeftijd de studie Pedagogiek gedaan en deze ook afgerond. Daardoor was ik bevoegd om docent Pedagogiek A te worden. Ik kreeg een aanstelling aan het Nutseminarium in Amsterdam. Daar werden avondopleidingen gegeven. Hier kwam mijn passie voor het geven van onderwijs weer volkomen tot zijn recht. Dit werk heb ik tot aan mijn pensionering in 1985 met veel plezier gedaan. Daarna hebben Wim en ik mooie reizen gemaakt, onder andere naar Mexico. Allemaal mooie herinneringen." Mies geeft aan dat lezen ook een hobby van haar is. Ze beperkt zich niet tot een bepaald genre. Haar interesse is breed.

Ze hoeft niet lang na te denken over de belangrijkste momenten van haar leven. "Mijn huwelijk met Wim, waardoor mijn leven een verrassende maar mooie wending kreeg. Pijnlijk was het moment dat Wim wegviel en ik er weer alleen kwam voor te staan", vertelt ze.
"Wees niet alleen, maar in groepsverband bezig", geeft ze als levensmotto. Het is volgens haar heel vormend om met anderen op te trekken. Vanuit haar jongere jaren geeft ze als voorbeeld de padvinderij. Hiervan maakte ze deel uit. "De padvinderij werd tijdens de bezetting door de Duitsers verboden, maar kerkelijke bijeenkomsten niet. We hebben toen de padvinderij bijeenkomsten doorgezet onder de paraplu van het kerkelijke jeugdwerk. Daarin heb ik een bijdrage kunnen leveren. In Oegstgeest heb ik veel in groepsverband gedaan. Ik ben Vrijzinnig Protestant en heb binnen dit kerkgenootschap in Oegstgeest lezingen geleid. Daarnaast zat ik in de programmacommissie en was ook betrokken bij diverse andere activiteiten binnen die gemeente. Ik kijk met een goed gevoel terug dat ik op diverse wijzen, vaak samen met anderen, dienend bezig kon zijn. Niet alleen in de kerk, maar ook tijdens de periode als docent, waarbij ik samen met collega's de school rond kersttijd versierde en we rond die tijd kerstpakketten bezorgden aan mensen die dat echt nodig hadden", blikt Mies tevreden terug. De reporter bracht Mies terug naar haar kamer. De krant lag al klaar op haar tafel. Een bevestiging dat ze het nieuws nog op de voet volgt.

Uit de krant

Uit de krant