Het familiegraf bij de Groene Kerk met daarbij de vrouwenportretten. | Foto Theo Kralt
Het familiegraf bij de Groene Kerk met daarbij de vrouwenportretten. | Foto Theo Kralt Foto: Theo Kralt

Bijzonder graf familie Stokhuyzen-de Jong op Begraafplaats Groene Kerk

Historie

Op de begraafplaats achter het Groene Kerkje bevinden zich bijzondere graven. Eén daarvan is het graf van de familie Stokhuyzen-de Jong. In dit graf liggen zes mensen begraven. De eerste bijzetting vond plaats in 1896. De laatste in 2015. Twee mannen en vier vrouwen. De laatste vier werden door Jean Baptiste Discart geportretteerd. Wat is de achtergrond hiervan?

Door Theo Kralt

Waarschijnlijk tijdens de Eerste Wereldoorlog toen de schilder Jean Baptiste Discart (Modena, 1855 – Parijs, 1940) in Nederland was, leerde Johanna (Hans) Petronella Lambertina Stokhuyzen-de Jong (Leiden, 17 oktober 1895 – Oegstgeest, 28 oktober 1976) Discart kennen via de Vereniging Dante Alighieri waarvan ze enthousiast lid was. Ze zal dus ook enigszins Italiaans hebben gesproken. Hans Stokhuyzen was een sportieve vrouw die van 1923 tot 1928 de schermsport beoefende. Zij maakte onder andere deel uit van de dames floretploeg die Nederland op de Olympische Spelen in Parijs in 1924 vertegenwoordigde. Het eerste van de vier portretten die Discart zou maken was dat van haar. Haar vader was dr. Willem de Jong, geneesheer in Leiden, getrouwd met Gerarda Margaretha Catharina van Tonderen. Zij overleed nog geen jaar na de geboorte van Hans de Jong op 25-jarige leeftijd en werd als eerste op de begraafplaats achter het Groene Kerkje in 1896 begraven. In 1923 zou Discart haar postuum portretteren aan de hand van een bewaard gebleven foto.

Hans de Jong was in 1919 getrouwd met ir. Frederik (Frits) Stokhuyzen (Oudshoorn, 1896 – Oegstgeest, 1976). Na zijn studie in Delft werkte hij bij de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in Leiden. Naast zijn werk zette hij zich in op de gebieden onderwijs, sport en cultuur. In het bijzonder ook was hij actief voor de Vereniging De Hollandsche Molen waar hij veel werk voor verrichtte.

Uit dit huwelijk kwamen twee kinderen voort: Casmira Stokhuyzen (Leiden, 8 april 1921 – Oegstgeest, 15 december 1997 en Jacoba Beatrice (Bé) Elisabeth Stockhuyzen (Leiden, 31 januari 1930 – Amsterdam, 11 oktober 2015).

Casmira Stokhuyzen werd in 1923 als meisje van drie jaar door Discart geportretteerd. Zij zou bij haar ouders blijven wonen en woonde in Haaswijk waar haar ouders naar toe waren verhuisd in een tweede appartement.

De schilder Discart onderhield de relaties met de mensen die hij schilderde nauwgezet en soms over hele lange perioden. Ook met de familie Stockhuyzen moet hij in contact zijn gebleven. In 1930 zou hij de tweede dochter Beatrice in pastel vastleggen. Waarschijnlijk is dit aan de hand van een foto gebeurd. Het is het laatst bekende schilderij van Discart.

Beatrice Stokhuyzen studeerde kunstgeschiedenis in Leiden en volgde cursussen op het gebied van de kunstgeschiedenis aan het École du Louvre te Parijs. Gedurende een lange reeks van jaren was zij hoofd van de Fotodienst van het Rijksmuseum te Amsterdam. Zij zou haar foto’s aan de collectie van het Rijksmuseum achterlaten.

Na haar overlijden zou Beatrice Stokhuyzen in 2015 als laatste worden bijgezet in het familiegraf achter het Groene Kerkje in Oegstgeest.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Uit de krant

Uit de krant