Afbeelding
Foto: Willemien Timmers

Lezers schrijven

Ingezonden

De recente bespreking en inspraak van de gebiedsvisie De Geesten in de Gemeenteraad Commissie Ruimte levert een aardig doorkijkje op naar onze plaatselijke politiek, de betrokkenheid van bewoners en het niveau van de inbreng van sommige deelnemers hierin. Een van de hoofdrolspelers in het geheel was de voorzitter van de Stichting Behoud Wilhelminapark en de Geesten.

Gebiedsvisie De Geesten en de Lokale Politiek

Hij bleek een waardig opvolger van Mr. J. de Soeten. Ook hij formuleert een complot rond de start en de totstandkoming van deze Visie, onder het motto “wie betaalt die bepaalt” (=Gemeente Leiden)! Hij vertelt hierbij niet dat onze buurgemeente slechts een klein deel van de kosten draagt en miskent ook de kwaliteiten van de eigen B&W en gemeenteraad. Verder geeft hij ter ondersteuning van zijn betoog aan, dat Oegstgeest, Leiden en de Provincie een stuurgroep hebben gevormd rond het plan zonder deelname van andere directbetrokkenen. Hij vergeet hierbij, dat er diverse ambtelijke gesprekken gevoerd zijn met de deelnemende partijen. In de theorie van projectmanagement is dit een niet ongebruikelijke aanpak. Uit zijn betoog komt impliciet het onbegrip naar voren, dat zijn stichting geen plaats heeft gekregen aan de tafel met alle deelnemende partijen. Misschien kent hij de wet onvoldoende om te beseffen dat bij een dergelijke procedure de bewoners het recht van inspraak hebben en geen stem hebben bij de beslissingen hierover. Dat is voorbehouden aan de Gemeenteraad!

Volgens de voorzitter zou dit hele proces een aardig onderdeel kunnen vormen voor een leerboek voor aankomende juristen en gemeenteraadsleden met als voorbeeld van een 'Bad Practice' benadering. Als voormalig docent van o.a. studentenwerkgroepen zou ik de inbreng van de stichting becijferen met een 4 (op een schaal van 10). De motivering van dit cijfer komt voort uit: het noemen van een complot zonder enige vorm van bewijs; het geen onderscheid kunnen maken tussen hoofd en bijzaken (zijn betoog ging primair over bijzaken); het impliciet claimen van het recht om als stichting mee te mogen beslissen en andere betrokken burgers dat recht niet te gunnen, terwijl de wet dit duidelijk uitsluit en tenslotte het nu al dreigen met juristen zonder enig aangevoerde reden (eerder een teken van zwakte dan sterkte!). Gesteld kan worden dat, door de inbreng van de Stichting op deze wijze, haar positie versus de Gemeenteraad is verzwakt. Een evaluatie van het optreden van de Stichting zou verstandig zijn om in de komende maanden geloofwaardig te blijven en invloed te behouden bij de opstelling van de benodigde bestemmingsplannen. Na een gemeenteraadsverkiezing wordt geacht dat de verkozenen het belang van de gemeente en haar inwoners primair stellen en het belang van hun partij daaraan ondergeschikt maken. Met dit gegeven in het achterhoofd was de inbreng van Hart voor Oegstgeest en Lokaal zeer opmerkelijk, omdat die meer impliciet bezig waren met de verkiezingen van maart 2022 dan met een inhoudelijke inbreng rond dit onderwerp. Vooral de vertegenwoordiger van Hart voor Oegstgeest leek de door zijn partij ondersteunde Nota van Uitgangspunten van 28 mei 2019 te zijn vergeten en had nu merkwaardig genoeg kritiek op een aantal van de daarin genoemde punten. Samen met Lokaal leek het er verder zeer sterk op dat hun verhaal was afgestemd met de Stichting en zij een additionele spreekbuis ervan waren. Het zou verstandiger geweest zijn om als partijen een eigen oordeel te vormen over de ingediende stukken. Ik vermoed dat zij middels hun betoog probeerden al stemmen te trekken bij de achterban van de Stichting richting 2022. De inbreng van Lokaal was bedroevend en had alle vormen van een “Trump” benadering; grote woorden, amper inhoud en Oegstgeest onwaardig. Het is misschien verstandig dat Lokaal hun “politiek winkeltje” binnenkort sluit, bij gebrek aan een geloofwaardige visie en aanpak. Complottheorieën zijn geen basis voor een politieke partij in Oegstgeest. Goede opbouwende kritiek kwam van de overige partijen VVD, Pro CDA en D66 (geen coalitiepartner) met opmerkingen over de hoofdlijnen.

P.N.M. Koning

Uit de krant

Uit de krant