Op 3 juni 1945 speelde het Engelse landleger een voetbalwedstrijd tegen de Engelse luchtmacht op het veld van ASC.
Op 3 juni 1945 speelde het Engelse landleger een voetbalwedstrijd tegen de Engelse luchtmacht op het veld van ASC.

Sport in Oegstgeest ging tijdens bezetting nog lang door

Historie

Wat moest een scheidsrechter doen in seizoen 1943-1944 als er Engelse vliegtuigen over het speelveld vlogen? Deze vraag kwam aan de orde in de najaarslezing van de Vereniging Oud Oegstgeest die vorige week in het Dorpscentrum werd gehouden. Het is tegenwoordig niet voor te stellen dat zo'n situatie zich kan voordoen, maar de Nederlandse sportbonden kregen hiervoor richtlijnen van de Duitse bezetters.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is in Nederland 'gewoon' aan sport gedaan. Michel van Gent maakte dit duidelijk in zijn lezing 'Sporten in bezettingstijd. De sportverenigingen in Oegstgeest tijdens de Tweede Wereldoorlog'. Centraal stond de vraag: hoe stonden de Duitse bezetters tegenover de Nederlandse sportwereld en welke uitwerking hadden landelijke maatregelen voor de sportverenigingen in Oegstgeest?
In het verleden is nauwelijks onderzoek gedaan naar de sportclubs uit Oegstgeest tussen 1940-1945. Van Dort en Driessen hebben in Oegstgeest in bange dagen enkel wat gegevens over ASC opgenomen. Van Gent werkt op het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Amsterdam aan een digitale databank met sportbonden en sportclubs uit zes sporten. Hij heeft veel onderzoek gedaan in archieven van het NIOD, sportbonden en sportverenigingen. Van Gent kon zodoende de lotgevallen van voetbalclubs ASC, SCO en UDO, tennisverenigingen LLTC (thans OLTC) en de Oegstgeester Tennis Vereeniging, hockeyclub LMHC (thans LOHC) en korfbalvereniging Fiks behoorlijk reconstrueren.
De Duitse bezetters stonden positief tegenover de sport in Nederland. Zij zagen in de sportbeoefening een goede uitlaatklep voor algehele onvrede en frustraties tegen hun bewind. "Wie aan sport doet, zondigt niet", schijnt rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, leider van het Duitse bewind in ons land, gezegd te hebben. De Duitsers wilden dat competities en wedstrijden zoveel mogelijk normaal afgewerkt werden, maar zij wilden wel controle op de sportbeoefening houden. Dat deden zij via nieuwe instellingen als het Departement van Opvoeding, Wetenschappen en Kultuurbescherming en het Commissariaat voor niet-commerciëele vereenigingen en stichtingen en via de procureurs-generaal.

Er kwamen vanaf 1941 leidende sportbonden voor elke tak van sport. Clubs moesten zich bij hun leidende bond aansluiten, anders mochten zij geen activiteiten meer organiseren. Alle christelijke, katholieke en socialistische sportbonden verdwenen, evenals alle Joodse sportverenigingen. Joden mochten vanaf 1941 geen lid meer zijn van sportclubs en sportvelden betreden. Sportclubs moesten voor allerlei zaken toestemming van de procureur-generaal en het Commissariaat aanvragen, zoals voor het houden van een algemene ledenvergadering of een feestavond of het veranderen van het bestuur of de statuten. Het Commissariaat kon clubs zelfs laten fuseren of ontbinden.
Binnen Oegstgeest werd er tot 1944 nog veel aan sport gedaan, maar niet alle zeven behandelde sportverenigingen bleven al die tijd actief. In 1939 werd SCO ontbonden door gebrek aan leden na de mobilisatie. De LLTC trok zich terug uit de tenniscompetitie van 1941 en kwam verder niet meer in actie tijdens de bezetting. De Oegstgeester Tennisvereeniging werd begin 1941 geroyeerd door de bond wegens wanbetaling. De christelijke korfbalclub Fiks hief zichzelf in oktober 1942 op, omdat alle leden weigerden lid te worden van de neutrale korfbalbond, die ook op zondag wedstrijden afwerkte. UDO schreef zich om onbekende redenen niet meer in voor de competities van 1942-1943 en 1943-1944, maar de club werd formeel niet opgeheven. Alleen ASC en de LMHC bleven steeds doorspelen.

In 1942 werd het eerste elftal van ASC kampioen in de derde klasse A, maar ging onderuit in de promotiewedstijden. In 1943 won het eerste elftal van de LMHC de titel in de Promotieklasse A en promoveerde naar de hoogste afdeling van het hockey. ASC had enige tijd een honkbalafdeling, die als dekmantel voor een verzetsgroep werd gebruikt. Zes (ex-) leden van de LMHC verloren tussen 1942 en 1944 hun leven in het verzet tegen de Japanners en de Duitsers.

In 1943-1944 gingen de competities ook nog 'gewoon' door. Scheidsrechters kregen wel richtlijnen voor het geval dat er militaire vliegtuigen van de Engelsen overvlogen. Bij voor-alarm kon de wedstrijd doorgang blijven vinden, maar bij luchtalarm moest de match meteen gestaakt worden. Na september 1944 werd alle sportbeoefening onmogelijk door de opmars van de geallieerden, de spoorwegstaking en de dreiging van Engelse vliegtuigen en razzia's.

Na de bevrijding van Nederland werd er al gauw weer gesport in Oegstgeest. Op 3 juni 1945 speelde het Engelse landleger een voetbalwedstrijd tegen de Engelse luchtmacht op het veld van ASC aan De Kempenaerstraat. Er waren zo'n 6000 toeschouwers en de opbrengst ging naar de liefdadigheid. De sport in Oegstgeest herstelde zich snel na de bevrijding, want bijna alle verdwenen verenigingen (Fiks, UDO en SCO) werden heropgericht. Wie nog informatie of foto's van sportclubs uit Oegstgeest uit de Tweede Wereldoorlog heeft, wordt verzocht contact op te nemen met michel.van.gent@huygens.knaw.nl.

Uit de krant

Uit de krant