John Swieringa vertrekt eind volgende week van het Rijnlands Lyceum. |
John Swieringa vertrekt eind volgende week van het Rijnlands Lyceum. | Foto: Willemien Timmers

Afscheid van een bevlogen rector: ‘Niet het vak, maar de leerlingen zijn belangrijk’

Algemeen

Het is voor veel (oud)leerlingen en docenten bijna niet voor te stellen: Over enkele dagen neemt rector John Swieringa afscheid van het Rijnlands Lyceum Oegstgeest na er veertig jaar aan verbonden te zijn geweest. Nog altijd even energiek stelt hij in een terugblikkend gesprek vast dat de leerlingen en de school in deze veertig jaar niet echt veranderd zijn. Het echte veranderingsproces vond plaats in hemzelf. Van ‘eigenwijze vakdocent’ werd hij een zeer betrokken rector.

Door Willemien Timmers

“Het Rijnlands is inderdaad mijn eerste en enige werkgever”, begint Swieringa het gesprek in zijn ruime kantoor, dat vol hangt en staat met veertig jaar aan herinneringen. Hij haalt een bronzen miniatuur van het beeld ‘De ridder’ van Eric Claus uit de kast, waarvan het grote exemplaar in de binnentuin staat. “In de tijd dat deze school gebouwd werd (op 20 december 1968 werd het gebouw officieel geopend – red), moest in het kader van de Contraprestatieregeling een bepaald percentage van de bouwsom worden besteed aan kunstwerken. Omdat de school in die tijd Rijnlands Oegstgeester Schoolgemeenschap, afgekort ROS, heette, werd gezocht naar een kunstenaar die iets met paarden deed. Het resultaat was het prachtige beeld dat hier buiten staat, en dat medewerkers die veertig jaar in dienst zijn, als miniatuur overhandigd krijgen.” Hij lacht: “Op 1 augustus van dit jaar stond ik veertig jaar op de loonlijst van deze school, dus mijn beeldje komt nog.” Na hem zullen nog maar weinigen op het Rijnlands hem dit meer nadoen. “Er zijn nog een paar collega’s die dit zouden kunnen halen, maar in deze tijd gebeurt het nog maar weinig dat mensen zo lang verbonden zijn aan één werkgever.”

Pensioen

Het was overigens de bedoeling dat Swieringa op 1 augustus afscheid zou nemen, maar in de eerste ‘coronamaanden’ bleek dat maar weinig kandidaten zich vrij voelden hun oude school achter zich te laten en te solliciteren naar iets nieuws. “Vandaar dat ik in deze rare tijd het schooljaar weer ben opgestart, zodat mijn opvolgster Erica van Langen, een energieke dame uit Hoorn, het straks makkelijker kan overnemen.”

Met een twinkeling in zijn ogen stelt de rector dat het misverstand uit de wereld geholpen moet worden dat hij met pensioen zou gaan. “Pensioen is voor oude mensen”, glimlacht hij. “Ik ben pas 65, en zou nog anderhalf jaar moeten werken, ware het niet dat ik steeds tijd gespaard heb. Ik kan dus iets eerder weg.”

Leraar

Terug naar het begin. John Swieringa groeide op in Zuid-Limburg (‘Ik spreek vloeiend Limburgs dialect’), en wist als zevenjarige al dat hij meester wilde worden. “Van de Sint kreeg ik een schoolbord met krijtjes, waarmee ik heel veel schooltje heb gespeeld met mijn vriendjes.” Na de lagere school ging hij naar de MAVO. “Dat was toen zo. Als je van wat eenvoudigere afkomst was, besliste de hoofdmeester dat je naar de MAVO ging, en niet naar de HBS. Ik herinner me trouwens dat ik halverwege deze school tegen mijn mentor zei dat ik docent Engels wilde worden. Dat had ik al scherp op mijn netvlies.” Hij vervolgde zijn opleiding op de HAVO, waar hij in de vierde door de toenmalige rector van het Eijkhagen College in Landgraaf, er uit werd gepikt met nog een paar vrienden. “Hij was begaan met zijn leerlingen, zag dat wij talent hadden, en liet ons direct doorstromen naar 5 VWO. Chapeau. Die persoonlijke betrokkenheid is erg belangrijk.”

Amsterdam en Oegstgeest

Samen met zijn liefje haalde John Swieringa zijn diploma en vertrok hij naar Amsterdam om daar Engels te gaan studeren. Een prachtige tijd. “We begonnen op een kamertje van 1,92 bij 3,60 meter in de Van Woustraat voor vijftig gulden per maand. Daar hebben we samen, mét onze twee katten, tweeëneenhalf jaar gewoond voordat we naar een ruimere benedenverdieping konden verhuizen.”
Na zijn afstuderen zette Swieringa in 1980 met een passer een cirkel op de kaart. Hij zou alleen solliciteren op vacatures die binnen dat rondje lagen. “Ik zal de passer vanaf mijn huis op veertig kilometer hebben afgesteld denk ik. Bij het zoeken van advertenties vond ik in mijn eerste ‘sessie’ er één uit Oegstgeest. Die viel precies op de rand van de cirkel, dus ik twijfelde. Maar omdat ik trouw wilde blijven aan mijn eigen voorwaarden, solliciteerde ik.” Hij werd uit een groep van bijna tachtig sollicitanten geselecteerd door een commissie onder leiding van de sectieleider Engels, Laurens Leujes. “Bijzonder dat men ook in die tijd jonge mensen een kans gaf. Dat doen we nu nog steeds. Daarom hebben we bij het Rijnlands Oegstgeest ook relatief weinig last van vergrijzing binnen het docentencorps.”

Geven

Achttien lessen Engels van ieder vijftig minuten ging hij geven. “’Kom maar op!’ Dacht ik. ‘Ik heb gestudeerd, ben doctorandus en houd van mijn vak, dus dat moet lukken.’ Maar ik had totaal geen benul. Het duurt even voordat je als leraar doorhebt dat doceren iets anders is dan het etaleren van je eigen ego. In het begin denk je: ‘Zo is het, en als leerling houd je je mond maar’, maar daar kom je vanzelf van terug. Ik herinner mij in mijn eerste jaar een 4 VWO-klas waar geen land mee te bezeilen was. Dan krijg je als docent vanzelf een lesje nederigheid. Gelukkig heb ik veel steun gehad aan mijn warme collega’s van de sectie Engels.”

De rector legt uit dat het even duurt voordat je als leraar weet welke instrumenten je in je gereedschapskist hebt, en hoe je die moet gebruiken. “In elke klassensituatie is de dynamiek telkens nieuw. Dat moet je leren begrijpen; àls je het überhaupt al snapt.”

In alles wat de scheidende rector vertelt, klinkt de liefde voor zijn leerlingen door. “Toen ik net begon, vond ik mijn vak ongelooflijk belangrijk. Nu zijn we veertig jaar verder, en heb ik geleerd dat het daar niet om gaat, maar dat de kinderen belangrijk zijn. Als je niets met kinderen hebt, heb je niets in het onderwijs te zoeken, hoe mooi je vak ook is.” Bij het aannemen van nieuwe docenten heeft hij zodoende meestal wel een idee of iemand geschikt is voor het onderwijs. “In gesprekken zoek ik naar het onderwijshart van sollicitanten. Kom je brengen of halen? Van belang is dat je dwars door alles heen nog steeds iets wilt geven aan de leerlingen.”

Leuk

Swieringa beseft dat hij bevoorrecht is een school te leiden die in een plaats als Oegstgeest staat. “Er zijn contexten in Nederland die veel ingewikkelder zijn dan de onze. Dat maakt dat we ons op het Rijnlands ook kunnen concentreren op alles wat het schoolleven leuk maakt. Zo zit ‘het kunstzinnige’ in de genen van de school, en kunnen leerlingen hier hun talenten ontdekken en ontplooien.”

Daarbij komt dat het Rijnlands altijd heeft kunnen rekenen op zeer betrokken en kritische ouders. “Dat is een groot goed. Niet voor niets ben ik op ouderavonden aanwezig, zodat iedereen mij aan mijn jasje kan trekken die iets te melden heeft. Ik loop niet weg voor kritiek; elke klacht is een gratis advies. Toch komt het relatief maar weinig voor. We hebben geweldige leerlingen en dito ouders.”

Vernieuwing

Kenmerkend voor het Rijnlands Lyceum Oegstgeest is het vooroplopen bij vernieuwingen in onderwijsland. Rector Ad Vaessen maakte zich begin tachtiger jaren sterk om een internationale afdeling naar Oegstgeest te krijgen. Samen met twee andere scholen in Nederland wilde men de mogelijkheid bieden aan internationaal mobiele ouders om voor hun kinderen ‘Internationaal Baccalaureaat (IB)’ te verzorgen. Los van nationale overheden zette men een onderwijssysteem op dat mondiaal werkt. “Dat vroeg een enorme voorbereiding, en in 1984 kwam de eerste lichting leerlingen voor het IB. Dit was vanaf het begin een verrijking.”

“Overigens komen deze leerlingen uit zeer diverse achtergronden, waardoor onze internationale afdeling zeker niet elitair is. Er zijn allerlei mensen die voor hun bedrijf met hun gezin over de wereld reizen, en waarvan de kosten voor scholing van de kinderen voor rekening van de firma zijn. Overigens zijn wij de enige school in Nederland die een reguliere én een internationale school onder één dak hebben met dezelfde docenten en rectoren. Dat maakt onze school voor veel expats heel aantrekkelijk.”

Vanaf het begin van het IB tot 1994 was John Swieringa als docent en decaan betrokken bij de internationale afdeling. “Om internationale leerlingen te helpen bij hun keuze voor een universiteit in het buitenland heb ik veel colleges in Amerika mogen bezoeken. Op hun kosten overigens. Dat waren mooie reizen met andere IB-decanen, waar ik zeer goede herinneringen aan heb.”

Veel Nederlandse ouders voelden zich aangetrokken tot deze IB-opleiding, maar konden hun kinderen niet bij de internationale afdeling inschrijven. Dit leidde in 1992 tot het ontstaan van de ‘tweetalige afdeling’ van Rijnlands Lyceum Oegstgeest. “Slechts vier scholen in Nederland boden in die tijd tweetalig onderwijs (TTO) aan. Nu zijn dat er meer dan 150. We hebben hier in Oegstgeest TTO echt op de kaart gezet, en zijn ook hierin trendsettend geweest.”

(Con)rector

In 1994 kwam de functie van conrector op de Nederlandse afdeling vacant, en besloot Swieringa te solliciteren. “Leuk detail is dat mijn sollicitatiegesprek plaatsvond op een avond dat ik als ober samen met zeven andere collega’s ook anderhalve minuut moest zingen in de voorstelling ‘Cabaret’. En nog aardiger om te weten is dat het jacquet dat ik als ober toen droeg, geleend was van onze lerares Nederlands Lidie Cohen. Inderdaad – de vrouw van Job. Ik droeg dus op de avond van mijn sollicitatie het jacquet van Job Cohen.”

Bijzonder is dat Swieringa nooit de neiging had om buiten het Rijnlands te solliciteren. “Ik heb me altijd als een vis in het water gevoeld, want waar was het mooier dan hier?”

In 2006 werd John Swieringa van conrector rector. Een jaar later, in 2007 introduceerde het Rijnlands het voor de school unieke 75-minutenrooster. Er volgden jaren van ‘billenknijpen’. De eerste twee jaar bleven de leerlingen weg. In 2007 halveerde de instroom bijna, en ook in 2008 was het niet veel beter. “Gelukkig gebeurde er toen wat we al hoopten: de leerlingen werden onze ambassadeurs. Dit leidde er toe dat er in 2009 ineens driemaal zo veel brugklassers voor de poort stonden. Bizar. We moesten zelfs gaan selecteren.”

Kort en goed: ook deze vernieuwingsstap werd een succes. “Er is hier op school werkelijk niemand die nog terug zou willen naar lessen van vijftig minuten. Het laat zien dat we hier een inborst van vernieuwing hebben. We zoeken graag de uitdaging op. Daarom is het ook goed dat ik vertrek. Op die manier kan er weer nieuw elan komen.”

Familie

Typisch voor het Rijnlands Lyceum en zijn leerlingen is volgens Swieringa dat er hele ‘dynastieën’ naar de school komen. “Je merkt dat je oud wordt als je vroegere leerlingen hun kinderen komen brengen.” Kenmerkend is verder dat veel Rijnlandse leerlingen interesse hebben voor ‘de creatieve kant’ en volgens Swieringa kunnen zijn leerlingen goed omgaan met een bepaalde mate van vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. “Ze vinden zelf hun weg binnen de school.”

Doordat je zoveel uren van de week met elkaar doorbrengt, word je een soort van familie, stelt Swieringa. “Daarom zijn de dieptepunten van de afgelopen veertig jaar ook de momenten dat docenten of leerlingen ons ontvielen. Denk aan het overlijden van conciërge Rob Bouwman en collega’s Annemiek van den Berg en Cora Reitsma. Dat hakt er enorm in.”

Zoektocht

De scheidende rector kan eigenlijk niet eens zo een-twee-drie verschillen noemen tussen de leerlingen ‘toen’ en ‘nu’. “Kinderen zijn kinderen. Kinderen willen leren en willen vooruit. Elke generatie zoekt zijn eigen plekje weer. Wel lijkt het alsof eerdere generaties politiek betrokkener waren, al zie je dat al wel weer veranderen.”

“Onderwijs is een prachtig vak. Dat was het veertig jaar geleden, en dat zal het over veertig jaar nog steeds zijn. Jonge mensen op weg helpen in hun zoektocht door het leven, hun talenten aanboren en ze zes jaar lang iedere dag zien groeien: dat voorrecht heb je nergens, in geen enkel ander vak”.

John Swieringa vertrekt van het Rijnlands Lyceum. | Foto Willemien Timmers
Miniatuur van 'De Ridder'.
In het jacket van Job Cohen. Vierde van links.

Uit de krant

Uit de krant