De maat nemen voorbij

Vandaag was ik als lid van een beoordelingscommissie van de ‘American Association of Cancer Research’ de hele dag bezig met het evalueren van onderzoeksvoorstellen. Deze zijn afkomstig van jonge Amerikaanse onderzoekers, gericht op het beter begrijpen en behandelen van borstkanker. Het kost mij altijd veel tijd om te lezen, te overdenken en te analyseren. Vervolgens is er een hele waslijst aan zaken waar ik op moet letten. Heeft de kandidaat bewezen talent en ervaring? Is het voorstel wel innovatief? Is het budget realistisch? Is het tijdschema haalbaar? Zijn de faciliteiten in orde? Wat zal de patiënt er uiteindelijk aan hebben? Het lijkt allemaal logisch en zinvol. Ik wil immers de beste voorstellen selecteren. Aan mij het oordeel of het potentie heeft een hoge impact te hebben. Zo niet, dan kan dat zo maar betekenen dat een belangrijke stap in iemands carrière aan zijn of haar neus voorbij zal gaan. Dat schuurt bij mij wel eens, omdat het voelt als iemand de maat nemen, terwijl ik ook de mens achter zo’n voorstel wil blijven zien. En daarom stel ik het vaak uit.

 

'We nemen we elkaar de maat en verliezen de mens uit het oog'

Ik ben blij dat ik in het leven van alledag niet zo’n waslijst hoef af te vinken wie wel en wie niet voldoet. Toch nemen we elkaar zomaar de maat en verliezen de mens erachter uit het oog. Een dagje Tweede Kamer maakt dat pijnlijk duidelijk. Ook als collega, buurtgenoot, gelovige, atheïst, activist, liberaal of wat dan ook leveren we zo maar hieraan onze dubieuze bijdrage.

Gelukkig gebeurt er af en toe iets dat het elkaar de maat nemen doorbreekt. Zo was ik op 12 mei jongstleden bij het feest waar gevierd werd dat twee kerken in Oegstgeest, ooit in een stevig conflict verwikkeld, één werden. Ik ervaar dat als een Godsgeschenk. En als je één bent, kan je juist des te beter van elkaar leren zonder elkaar de maat te nemen. Zeker weten dat ik dat liever niet uitstel.

Jelle Wesseling