Sint Jan

Wie in de omgeving van Den Bosch is opgegroeid is vertrouwd met de St. Jan, de grote gotische kathedraal in het hartje van de stad. De bouw van deze kerk begon in 1380 en duurde ongeveer 150 jaar. De St. Jan is genoemd naar de evangelist Johannes, Daarmee heeft de kerk een herkenbare naam voor de vele Brabantse Jannen. 


Maar voor de meeste katholieken is de St Jan toch vooral de kerk van het beeld van Onze Zoete Lieve Vrouw. Jaarlijks bezoeken vele duizenden mensen voor een moment van bezinning de Mariakapel in de St. Jan. Met een gebed en een kaarsje zoeken zij bij Maria steun bij ziektes en problemen. Dat was vroeger al zo. Als ons gezin naar Den Bosch ging om daar te winkelen werd eerst een bezoek aan de St. Jan gebracht. Daarom ook was het zo ontroerend dat een goede kennis van mijn moeder haar als cadeau voor haar honderdste verjaardag meenam naar Den Bosch, niet alleen voor koffie met gebak, maar ook voor een bezoek aan de St, Jan, waar zij vanaf haar jongste jeugd al was gekomen.


Ook in deze tijd lopen nog steeds veel – ook jonge - mensen even in de St. Jan binnen. Ondanks de ontkerkelijking blijven mensen behoefte houden aan bezinning en houvast. Ze vinden dat veelal niet meer in de officiële kerkelijke geloofsleer, maar wel in Maria als symbool van liefde en barmhartigheid. 

Vanuit theologisch perspectief valt daar best wat op af te dingen. Maar dat interesseert de meeste mensen niet: zij vinden troost en kracht bij hun beeld (letterlijk en figuurlijk) van Maria. Daarna gaan ze het volle leven van de stad weer in, genietend van een biertje of een Bossche bol. En dan kan er ook ruimte zijn voor relativering en humor, zeker rond carnaval. Zo zongen de Twee Pinten over ‘hun’ Sint Jan: ‘Onze ouwe Sint Jan, die heeft op z'n ouwe dag nog een kindje gekregen. 


En dat kleine manneke, heet voortaan Sint Janneke, staat nu in Madurodam’. Flauwe humor misschien, maar wel een bewijs dat de St. Jan – en alles waar deze kerk voor staat – deel uitmaakt van het leven van stad en regio. En dat al meer dan 600 jaar!


Koos van der Bruggen