Trouw

In deze krant lees je geregeld dat de burgemeester op bezoek gaat bij stellen die 60 jaar of zelfs langer getrouwd zijn om ze te feliciteren. Huwelijkstrouw is kennelijk huldebetoon waard. Op de foto’s zie je grijze mensen met rimpels, al dan niet nog vitaal. Op de vergeelde zwart-wit trouwfoto aan de muur achter hen zie je een jong en stralend stel, vol kracht. Leven, kom maar op! Pieken en dalen, samen hebben ze het allemaal doorstaan.


Dat is allang niet meer vanzelfsprekend. In de acht jaar dat ik trouwambtenaar ben heb ik binnen en buiten Oegstgeest zoveel stellen getrouwd dat ik de tel ben kwijtgeraakt. Soms krijg ik de cynische vraag van vrienden of ik weet hoeveel er nog bij elkaar zijn. Ik heb geen idee. Maar het feit alleen al dat men ernaar vraagt zegt genoeg. Gelukkig las ik dat het aantal scheidingen volgens de laatste cijfers over 2020 iets is teruggelopen. 


Dat echtscheidingen tot de jaren 60/70 van de vorige eeuw uitzonderlijk waren - en reden voor flinke roddel - wil natuurlijk niet zeggen dat het bij al die stellen rozengeur en maneschijn was. Economische afhankelijkheid en de schande hielden mensen soms tegen wil en dank bij elkaar. Maar toch, waarom lopen er nu zoveel relaties stuk, of durven jonge mensen zich zelfs niet eens aan iemand te binden met een ja-woord? Een dertiger hielp mij het beter te begrijpen. ‘Kijk’, zei ze. ‘Wij hebben geleerd dat alleen het beste goed genoeg is. Dat je overal moet uithalen wat erin zit. Wanneer weet je of je de beste partner hebt gekozen? Stel je voor dat er een nóg leukere partner voor je inzit?’ Tja, aangezien geen mens perfect is, kun je zo je leven lang op zoek blijven naar de ideale partner. Het is kennelijk de erfenis van een boodschap die ouders en samenleving aan jonge mensen leren: Laat geen kans liggen! 


Kent u het liedje ‘Later’? Hierin zingt Herman van Veen dat hij later met zijn geliefde over de Overtoom zal wandelen, oud en grijs en bedaard. Wat een liefdevolle vrede in dit liedje tussen deze twee mensen. Soms is het echt beter om op te breken. Maar wat is het meestal de moeite waard de liefde van je jeugd te koesteren en er soms voor te knokken, door dik en dun. 


Mieke Kerkhof-Scheenaard