Vrede en recht in bange tijden

Zondagochtend, vanuit de studeerkamer zie ik hoe de zon de morgen wakker roept. Prachtig licht beschijnt de bomen rond kasteel Oud-Poelgeest. Een zweem van groen nieuw leven is alweer hun deel. Alles lijkt zoals het bedoeld is: vredig. En toch. Bij één van de overburen wappert een Oekraïense vlag. In alle rust confronteert het mij met de oorlog op zo’n twee dagen rijden afstand.


Zelf was ik als kind in de jaren zeventig vaak bang voor WO III. Waarom? Door de verhalen van mijn ouders die beiden het bombardement van Rotterdam live hadden meegemaakt, omdat mijn vader als gedeporteerde naar Duitsland daar mishandeld was, omdat mijn opa bij de landing van Normandië zo getraumatiseerd was geraakt dat hij zijn hele leven daar niet meer overheen kwam. 

Ik merk dat de oorlog in Oekraïne die angst doet herleven. Maar het gaat nu even niet om mij. Wel om alle Oekraïners, Russen en alle anderen die verlangen naar vrede.


Opvallend genoeg word je dan zo maar nog het meest bemoedigd door de mensen in die oorlog zelf. Zo is er een ontroerend filmpje op internet waarin Oekraïners in de schuilkelders psalm 31 lezen:



U bent mijn toevlucht.

In uw hand leg ik mijn geest,

HEER, trouwe God, verlos mij.

Heb erbarmen, HEER,

want ik verkeer in nood,

mijn ogen zijn gezwollen van verdriet,

mijn ziel en mijn lichaam verkwijnen,

mijn leven verloopt in ellende,

zuchtend slijt ik mijn dagen.

Geprezen zij de HEER om zijn trouw,

Hij heeft een wonder voor mij verricht,

Hij ontzette mij als een belegerde stad.

In mijn angst had ik gezegd:

‘Ik ben verbannen uit uw ogen,’

maar U hebt mijn smeekbede gehoord.



Met hen in gedachten gaan we ook vanochtend weer naar de kerk, biddend voor vrede en recht.


Jelle Wesseling