Afbeelding
Foto:

Nieuw boek Jaap R. Bruijn

historie n Oegstgeestenaar Jaap R. Bruijn schreef opnieuw een prachtig historisch boek over de historie van de Nederlandse scheepvaart. Bruijn was van 1979 tot zijn pensionering in 2003 hoogleraar maritieme geschiedenis aan de Universiteit van Leiden.

‘Reilen en zeilen van de admiraliteit van Rotterdam in de jaren 1630-1640’ is recentelijk bij de uitgeverij Verloren te Hilversum verschenen. Het boek geeft inzicht in het functioneren van een marine organisatie in Rotterdam in de eerste helft van de zeventiende eeuw, die zoals toen gebruikelijk ook verantwoordelijk was voor het innen en beheren van haar eigen inkomsten.

De Republiek kende vijf admiraliteitscolleges. Deze instellingen hadden twee zeer uiteenlopende taken: de zorg voor de oorlogsvloot en de inning en het beheer van de belastingen. Een van deze colleges, de admiraliteit van de Maze, was in Rotterdam gevestigd. Dit boek schetst de taken en werkzaamheden van dit college in de jaren 1630-1640, de slotfase van de Tachtigjarige Oorlog.


Twaalf Raden, onder wie enige tijd de gewiekste koopman, reder en burgemeester Joost van Coulster, vormden het bestuur van de admiraliteit. Zij werden dagelijks geconfronteerd met een groot aantal, vaak kleurrijke zaken. Dat varieerde van het bouwen, bemannen en bevoorraden van de oorlogsschepen tot het heffen van in- en uitvoerrechten. In de vergaderkamer verschenen bekende vlagofficieren als Piet Heyn, Philips van Dorp, Witte de With en Maerten Harpertsz Tromp, maar ook leveranciers van allerhande materialen, gewone zeelieden of hun echtgenotes. Scheepstimmermansbaas Jan Salomonsz van den Tempel kwam praten over de bouw van het gloednieuwe oorlogsschip de Aemilia. Problemen op belastingkantoren, onbetaalde rekeningen en niet uitbetaalde gages vormden regelmatig het gespreksonderwerp. Samen geven deze verhalen een inkijkje in het reilen en zeilen van een admiraliteit in oorlogstijd.

Afbeelding