Just Kerckhoff en Mirjam Zwager (Rotaryclub Oegstgeest) reiken de prijs uit aan Cees Otto, de beste deelnemer van de liefhebbers. |
Just Kerckhoff en Mirjam Zwager (Rotaryclub Oegstgeest) reiken de prijs uit aan Cees Otto, de beste deelnemer van de liefhebbers. | Foto: Harry Theuns

Het zevende Oegstgeester Dictee: moeilijk, maar met humor gebracht

Algemeen

Op 12 oktober werd het zevende Oegstgeester Dictee in de aula van het Teylingen College gehouden. Dit evenement was weer georganiseerd door de Rotaryclub Oegstgeest e.o., om de strijd tegen de laaggeletterdheid te verlichten door steun aan de VoorleesExpress.

Rob Polak, schrijver wonende in Oegstgeest, had een bijzonder, maar redelijk moeilijk dictee geschreven, waarin woorden voorkwamen die niet iedereen wist te duiden. De volledige dicteetekst staat hieronder. Gelukkig was er het Cadineasca Dreapta Trio, bestaande uit Mignon de Lange, viool, Guénaëlle de Graaf, accordeon en Ben Schueler, klarinet. Dit trio bracht vooraf heerlijke welkomstmuziek en tijdens de pauze verlichting na de zelfcorrectie door de deelnemers. Er waren ook de nodige heerlijke hapjes, verzorgd door ondernemers uit Oegstgeest. Er werd door de nieuwe projectleidster van de VoorleesExpress, Mijs Besseling, verteld waar de VoorleesExpress voor staat en hoe die werkt. “Veel dank gaat uit naar Jaap Smit, commissaris van de Koning in Zuid-Holland, die het dictee met de nodige kwinkslagen zin voor zin (“ik kan dit woord ook spellen, maar dan is het niet zo leuk meer”) presenteerde. Ook veel dank aan de jury, die alle invulwoorden uitgebreid toelichtte”, aldus de organisatoren. Enkele woorden die frequent fout werden geschreven waren a-capellakoor, juffertjes-in-‘t-groen, gonfalonniere (hoogwaardigheidsbekleder die een gonfalon, een vaandel, draagt), kasjmier, tournedostje, formule 1-wedstrijden en zo-even. 



De gemiddelde fout-score van de liefhebbers was 34. Dit ligt tussen de gemiddelden van 2018 en 2019 in. De eerste prijs van de liefhebbers ging naar Cees Otto, die negen fouten maakte op een totaal van 90 invulwoorden.

De tweede prijs ging naar Job de Kruiff, met 19 fouten.

Na het liefhebbersdictee volgde een specialistendictee, geschreven door Ton den Boon (hoofdredacteur van de Dikke Van Dale). Hier won Bert Jansen, met 24 fouten in beide dictees samen. Van de teams won dit jaar het team Oranjelaan, met een gemiddelde van 25,7 fouten. Het team Apostrof, dat de afgelopen jaren al vaker in de prijzen viel, werd tweede, met een gemiddelde van 29,7 fouten. De Rotaryclub Oegstgeest e.o. dankt de deelnemers, de partners, het mkb van Oegstgeest en de sponsoren voor hun steun aan de VoorleesExpress en daarmee aan de strijd tegen de laaggeletterdheid. 

Hieronder volgt de volledige tekst van het door Rob Polak geschreven zevende Oegstgeester Dictee.


Het Oegstgeester Dictee: Frontolyse of faillissement?

Bij een dictee is het traditie om aan de deelnemers een tekst voor te schotelen vol krokussen, kieviten, dommeriken, chique bohemiens en affreuze juffertjes-in-‘t-groen. Soms worden zelfs tantebetjes en dergelijke ideeëloze tournures niet vermeden. Op een dag zullen vast ook emoji’s worden toegevoegd. Schrijver dezes kent geen freaky woorden en verafschuwt labyrintische zinnen, dus vandaag doen we het helemaal anders. Hoewel, Jan Wolkers kan niet ontbreken. Zijn afwezigheid zou enigszins scandaleus zijn, een breuk met de traditie, een cesuur tussen een era met de bewierookte schrijver en een tijdperk zonder. Van alle schrijvers die dit dorp heeft voortgebracht, is hij nu eenmaal de meest iconische. En hij was ook een iconoclast. Niet een man met een pince-nez die een dictee voorleest in driedelig grijs of gala-uniform. 

Vandaag gaan we het hebben over klimaatverandering. Het afgelopen annus horribilis noopt tot nadenken, zeker ook gezien de coördinaten van ons dorp. Zelfs onze gewaardeerde gonfalonniere zal ons niet kunnen redden als we worden geïnundeerd, ook niet als we met onze appnekken op onze foolproof gsm’etjes gaan sms’en. En het is aanstonds duidelijk dat het voor degenen die minder fit zijn, of die bijvoorbeeld lijden aan de ziekte van Bechterew, een horreur zal worden om adequate reddingsapparatuur te vinden. Onder alle omstandigheden zouden we over een flinke voorraad tannalbumine moeten beschikken. En uiteindelijk zullen de tapissières niet aan te slepen zijn. Tja, dit zijn toch wel veel moeilijke woorden. Hopelijk is dit geen abracadabra voor u. De grote vraag is natuurlijk of we straks leven in een permanente hittegolf of juist teruggaan naar het pleistoceen. Heeft u dat woord weleens gegoogeld? Het betreft het geologisch tijdperk waarin nog ijstijden voorkwamen, voorafgaand aan het holoceen. Een nieuwe ijstijd zou misschien prettig zijn voor wie de zeespiegelstijging vreest, maar het wordt wel antarctisch. Men moet dan voldoende kasjmier kleding in huis hebben, of in ieder geval alpaca of mohair. En het is stellig de vraag of de baardagamen zo’n cataclysme zullen overleven. Voorlopig lijkt het, door onze passiviteit, trouwens alleen maar warmer te worden. We gedragen ons als een a-capellakoor dat zijn stem kwijt is. Als we alleen maar chillen, zullen we verassen, een risico dat je niet kunt verassureren. Het woord allrisk is nu eenmaal makkelijker ge-e-maild dan consciëntieus in de praktijk gebracht. Misschien zouden wij, om aan de hitte te wennen, moeten beginnen met dagelijks wat capsaïcine in te nemen en minder cappuccino te drinken. Daarnaast zal een regelmatige aanraking met de eikenprocessierups ons leren. Enfin, dit laatste appelleert vooral aan onze behoefte aan kastijding, terwijl een incentive die ons dwingt tot actie beter zou zijn. Het zou nuttig zijn als er eens een grondige casestudy met verschillende scenario’s zou worden gedaan. Misschien is dat iets voor Jaap van Dissel cum suis als COVID-19 definitief achter ons ligt en we oog in oog staan met de meteorologische deconfiture die ons te wachten staat als we doorgaan met nietsdoen. Maar wat moeten we dan doen? Een U-bocht is onvermijdelijk. Geen intercontinentale plezierreisjes meer en ook geen chateaubriand, tournedostje of doopbaars. Ophouden met formule 1-wedstrijden. Voor crossculturele ervaringen zullen we het moeten doen met transceivers. We zullen iedereen in jip-en-janneketaal moeten uitleggen dat dit geen gejeremieer van dreumesen is en evenmin gewauwel van een geprivilegieerde kliek. We zullen ons moeten leren beheersen als jiujitsuka’s, niet alleen in Oegstgeest, maar mondiaal. Dan kunnen we enige hoop hebben dat dit armageddon aan ons voorbij zal gaan. Maar we zijn ver afgedwaald. Kunnen we wel zonder moeilijke woorden, of was de zo-even uitgesproken aspiratie een kamikazeactie, een soort gegoochel met het vocabularium, een doodsteek voor het edutainment dat een dictee nu eenmaal is?

Afbeelding