Een van de verrassende ontdekkingen: Inwoners van Rijnland vestigden zich in Noord-Duitsland en hebben daar op grote schaal ontginningen uitgevoerd.
Een van de verrassende ontdekkingen: Inwoners van Rijnland vestigden zich in Noord-Duitsland en hebben daar op grote schaal ontginningen uitgevoerd. Foto:

Boek: Rijnland in de donkere eeuwen

geschiedenis n Oegstgeestenaar Freek Lugt heeft een nieuwe boek geschreven: Rijnland in de donkere eeuwen. ‘Van de komst van de Kelten tot het ontstaan van het graafschap’ is de ondertitel.

Rijnland, het deel van Zuid-Holland rond de Oude Rijn, vormt de kern van het latere graafschap Holland. Het boek van Lugt behandelt de geschiedenis van dat gebied en bestrijkt de periode vanaf de vorming ervan, zesduizend jaar geleden, tot aan het ontstaan van het graafschap, omstreeks het jaar 1000.

In de loop der eeuwen woonden er Kelten, Cananefaten en Friezen, tot ze werden verdrongen of overheerst door Romeinen, Franken en Vikingen. De indringers brachten niet alleen strijd en onrust, maar ook nieuwe vormen van techniek en van bestuur en recht. De oude godsdiensten werden vervangen door het christelijk geloof. De taal veranderde, dorpen kregen nieuwe namen, slavernij ging over in horigheid en horigheid verdween. Dienstplicht en belasting werden ingevoerd.

Na een halve eeuw Deense dictatuur werd de basis voor het Hollandse gravenhuis gelegd door Gerulf de Fries. Ter verdediging tegen de invallen van de Vikingen bouwde hij een ringwalburg in Rijnsburg. Daarna begon de Grote Ontginning, de eerste grootschalige menselijke ingreep in de natuurlijke omgeving. 

Freek Lugt, Rijnland in de donkere eeuwen. ISBN 978-90-5997-331-2