Afbeelding
Foto:

'Naaktslakken - ik heb er de pest aan'

Ik heb de pest aan naaktslakken. Luizen doen me niks en ook mieren mogen van mij hun gang gaan. Van naaktslakken daarentegen word ik agressief en ik leg u uit waarom.

Omdat het afgelopen maanden veel geregend heeft is de grond na een aantal jaar van droogte gelukkig goed verzadigd geraakt. De verzadigde bodem geeft dat water ’s nachts weer af, waardoor dauwdruppels ontstaan. Hierdoor blijft de bovenste laag van de grond steeds vochtig, wat dus goed is voor onze plantjes. Maar het zijn óók de perfecte omstandigheden voor slakken. Slakken houden vanwege hun slijmerige bouw van een vochtige omgeving, het liefst in combinatie met niet te hoge temperatuur. Overdag houden ze zich schuil in de grond of in hoekjes waar geen zon komt. Wordt het schemerig dan komen ze tevoorschijn, op zoek naar eten. Dat is helemaal prima.

Waar de huisjesslak vaak tevreden is met een blaadje hier en daar, stort de naaktslak zich samen met zijn complete familie op je tuin. Over het algemeen laat ik ze (weliswaar met tegenzin) hun gang gaan omdat ik weet dat die periode van vraatzucht voorbij is, zodra de lente overgaat in de zomer. Want halverwege de maand mei wordt het warmer en droger en houden de slakken zich langer schuil. De planten worden niet meer zo vaak belaagd en lopen flink uit. Worden er nog af en toe wat happen uit het blad genomen, dan kan de plant dat prima hebben. Iedereen blij.

Deze lente wilde het echter met die temperatuur helaas niet vlotten en ook de regen hield wekenlang aan. Het resultaat: een oneindig vreetfestijn voor naaktslakken en een kale tuin van uw dorpsecoloog.

Een plant zonder blad is namelijk ten dode opgeschreven. In het blad vindt fotosynthese plaats: een biologisch proces waarbij licht wordt omgezet in voedsel. Na enkele maanden ondergronds geleefd te hebben gebruikt de plant zijn laatste krachten om in de lente uit te lopen. Met die eerste blaadjes bouwt hij voldoende krachten op om flink te kunnen groeien. Tenzij het maar niet warmer wordt en het blijft regenen, waardoor de (naakt)slakken avond aan avond elk beetje groen afgrazen, waardoor de plant uiteindelijk sterft.

Ondanks mijn grondige hekel aan naaktslakken kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om ze te vergiftigen. Zij kunnen er immers niks aan doen dat wij mensen graag siertuinen aanleggen. Daarbij vind ik het gebruik van gif niet meer van deze tijd. Ik trek tuinhandschoenen aan en gooi elke slak die ik tegenkom in een bakje. Zodra het bakje vol is loop ik naar het plantsoen in de buurt en daar gooi ik mijn bakje leeg. Meestal moet ik dit een keer of 3 herhalen en dan is er geen slak meer te zien. Als ik dit een week lang doe is het aantal slakken in de tuin drastisch afgenomen en kan de rest van de planten zich weer enigszins herstellen. Volgend jaar pak ik het heel anders aan in mijn tuin. Want er zijn genoeg mooie planten te vinden die de slakken liever niet eten. Welke dat zijn, dat vertel ik u in mijn volgende column!

Vragen? Mail gerust naar dorpsecoloog@gmail.com.