De oeverzwaluw is er weer bij 'de Klink'
natuur n Sinds 2018 broeden er oeverzwaluwen in de kast bij de Klinkerbergerplas en ook nu is het er weer druk met de vogeltjes.
Door Pippa Schippers
Oeverzwaluwen zijn koloniebroeders en hebben een rechte, zandige oever nodig om in te broeden. In de oever graven ze een gangetje die wel een meter lang kan worden en aan het eind van de gang bouwen ze hun nest.
Tegenwoordig zijn er echter nog maar weinig geschikte broedplekken voor de oeverzwaluw over. Net als alle van nature in het wild voorkomende vogels (inheemse vogels) zijn de zwaluwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn.
Toen er dus in 2017 ideeën konden worden geopperd voor toevoegingen aan de Klinkerbergerplas, kwam een groep vrijwilligers, waaronder bioloog Wil Tamis, met het idee voor een oeverzwaluwkast.
De oeverzwaluw kast heeft 64 gaatjes en is ongeveer anderhalve meter diep. Hij wordt elk jaar opnieuw gevuld met zand, zodat de oeverzwaluwen weer nieuwe nesten kunnen maken.
In 2018 begonnen de eerste oeverzwaluwen er hun nest te maken en in 2019 bleek dat alle broedgaten bezet waren geweest.
De vrijwilligers die de kast beheren zijn ook bezig de vogeltjes te ringen zodat er gekeken kan worden naar hoeveel nieuwe zwaluwen er komen en of die het jaar daarna naar een andere plek gaan of weer terugkomen.
Ook dit jaar is het alweer druk bij de kast, al driekwart van de broedgaten is bezet en ook als je gaat kijken hoef je geen moeite te doen om vanaf de overkant een oeverzwaluw te spotten.
De vrijwilligers organiseren met enige regelmaat een excursie naar de kast, waarbij vogels ook gevangen en geringd worden.