Duivels prentenboek

In mijn jonge jeugd te Rotterdam Charlois (‘Sjaarloos’) voetbalden we eindeloos op een afgetrapt veldje. Tussendoor was er ook tijd voor onschuldig tot irritant buitenvermaak met een hoog Pietje-Bell-gehalte, zoals hutten bouwen, fikkie stoken, en grenzeloos klieren. En als we niet naar buiten konden, deden we veel spelletjes binnen ons grote gezin. Kaarten was favoriet. Jokeren, klaverjassen, pesten.

Het kaartspel werd van oudsher het duivels prentenboek genoemd. Ik weet het niet precies, maar misschien vanwege de associatie met dubieuze kroegen, gokken, ruzie, vloeken en waarzeggerij. Als je een beetje verder rondneust, dan wordt soms geclaimd dat de koning de duivel voorstelt, de vrouw Maria en de boer Jezus. Op basis daarvan zou eenieder die het kaartspel beoefende, begiftigd worden met de duivel. Het is mij nu te makkelijk om een oordeel te hebben waarom en hoe mensen in het verleden zijn omgegaan met het kaartspel. Of je het kaartspel zelf van onwenselijk gebruik moet beschuldigen is een tweede.


Ook ik ben verknocht aan mijn eigen ‘plaatjes'

Heden ten dage roepen de plaatjes van het kaartspel nog nauwelijks emoties op. Dacht ik. Maar niets is minder waar. Want recent ontwierp een jonge vrouw uit Oegstgeest een prachtig alternatief kaartspel waarin heer, vrouw en boer vervangen zijn door goud, zilver en brons. Om ruimte te bieden aan ieder die ongemakkelijk wordt van het feit dat de heer vaak als meer waard dan de vrouw wordt gezien. Tot mijn ontzetting werd de maakster vanwege het afpakken van ‘hun' plaatjes door velen vervloekt en bedreigd. Ik vind dat onacceptabel. Maar laat ik ook eerlijk in de spiegel kijken. Want ook ik ben - subtiel - verknocht aan mijn eigen ‘plaatjes' in het leven, scherp in hoe ik vind dat het moet en waar men niet aan moet komen. Geef ik de ruimte om het anders in te vullen, ook als je het samen niet eens bent? Anders worden die plaatjes zo maar mijn eigen duivels prentenboek.


Jelle Wesseling