Afbeelding
Foto: Willemien Timmers

Dodenherdenking in coronatijd

herdenken n Voor het tweede opeenvolgende jaar zullen we 4 mei anders gaan herdenken dan we de afgelopen jaren gewend waren. Anders, maar het hoeft niet minder intens en oprecht te zijn.

Nu de soms toch wel wat routinematig geworden activiteiten geen doorgang kunnen vinden, is er misschien zelfs wel ruimte om ons nog eens opnieuw te bezinnen wat we herdenken, met en voor wie en waarom.


Waarom de tram stil staat

Wanneer werd ik me voor het eerst bewust van die Tweede Wereldoorlog en wat daar allemaal was gebeurd? Ongetwijfeld zullen mijn ouders aan de eettafel de oorlog ter sprake hebben gebracht, maar de oorlog was zeker geen dagelijks onderwerp van gesprek. Hierbij speelt waarschijnlijk mee dat mijn ouders, woonachtig in St. Michielsgestel (Noord-Brabant), gelukkig nauwelijks geweld hebben ervaren. Ook de hongerwinter heeft het toen al bevrijde Brabant niet getroffen. Zij hebben zich pas ver na 1945 gerealiseerd dat ze letterlijk op een steenworp afstand woonden van enkele plaatsen waar de oorlog wel heel direct mensenlevens raakte: het kleinseminarie Beekvliet, waar prominente Nederlanders werden gegijzeld, en – enkele kilometers verder – Kamp Vught waar zowel joden als politieke gevangenen werden gedetineerd. Het was voor ons als familie heel indrukwekkend toen mijn moeder (toen 97 jaar) in 2019 een bezoek aan Kamp Vught bracht. Ze bleef maar herhalen dat ze zich dit destijds nooit had gerealiseerd.

Terug naar de vraag wanneer ik me voor het eerst van de oorlog bewust werd. Dat moet rond 1960 zijn geweest. Op school lazen we rond 4 mei een boekje waarvan ik de titel nooit ben vergeten: Waarom de tram stilstond. Het boekje is geschreven door de bekende protestantse auteur W.G. van der Hulst jr. en was bedoeld om kinderen het waarom van 4 en 5 mei te laten begrijpen. Dat heeft in mijn geval dus gewerkt! Misschien is nog het meest opvallend dat deze toch heel protestantse auteur ook op mijn toen toch nog zeer traditioneel katholieke school werd gelezen. De herinnering aan de oorlog oversteeg de geloofsverschillen!

Uit mijn jeugdjaren herinner ik me verder dat wij de dodenherdenking op TV volgden. Meer dan beelden van de Dam is me het gebeier van de zware klok op de Waalsdorpervlakte in Den Haag bijgebleven. Maar eerlijk is eerlijk: de Tweede Wereldoorlog – hoe recent voorbij ook – maakte geen zwaarwegend onderdeel uit van mijn jeugdjaren. Ook bij de oudere generatie ging het toen meer om de wederopbouw en economische groei. Er was (te) weinig aandacht voor de recente geschiedenis en zeker voor (joodse) oorlogsslachtoffers. Twee minuten stilte op 4 mei maken dat niet goed.


Andere oorlogen

In mijn middelbare schooljaren bleef de aandacht beperkt tot de jaarlijkse twee minuten stilte. Wel werd ik me in die jaren geleidelijk aan bewust van andere oorlogen en conflicten in de wereld. Wij hadden op school een leraar die ook priester was, en begaan met het lot van christenen in Oost Europa. Hij was zeer aangedaan door de inval in Tsjecho-Slowakije door de Sovjetunie in 1968 en gaf daar ook op school uiting aan. In diezelfde jaren kreeg ook de oorlog in Vietnam veel aandacht. Onze jonge generatie leerde daarvan dat de Amerikaanse bevrijders in Vietnam juist als bezetters werden ervaren. Dit te zeggen was tegen het zere been van veel ouderen. “Jullie hebben de oorlog niet meegemaakt”, was steevast de reactie. Daar stond dan weer tegenover dat de Duitse vijand uit de Tweede Wereldoorlog in die tijd met bondskanselier Willy Brandt een leider had die door op de knieën te gaan openlijk spijt betuigde voor de holocaust.

Kortom: goed en kwaad waren niet meer voor eens en voor altijd simpel te onderscheiden. Daar kwam nog eens bij dat de Koude Oorlog mede gedomineerd werd door de beschikbaarheid van kernwapens. Vooral in de jaren zeventig en tachtig was er veel angst voor een kernoorlog die uiteindelijk tot een volledige wederzijdse vernietiging zou kunnen leiden. Het verzet tegen kernwapens bereikte in 1981 een hoogtepunt toen 400.000 mensen – onder wie ondergetekende - in Amsterdam demonstreerden en twee jaar later waren het er zelfs een half miljoen in Den Haag.


Verbreding en verdieping

Maar het moet gezegd worden dat deze politieke turbulentie nooit van invloed is geweest op de dodenherdenking. Op 4 mei stonden voor- en tegenstanders van kernwapens samen twee minuten stil bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. En gelukkig werd daarbij, anders dan in de eerste naoorlogse periode steeds meer aandacht besteed aan de slachtoffers van de holocaust: joden, maar ook bijvoorbeeld Roma en Sinti. De dodenherdenking was in die jaren trouwens ook verbreed naar alle Nederlandse slachtoffers van oorlogsgeweld na 1945. Dat betrof onder meer de politionele acties in Indonesië, de oorlog in Korea en in meer recente jaren de missies van Nederlandse militairen in onder meer Libanon, Joegoslavië en Afghanistan. Het is een goede zaak dat de dodenherdenking op deze wijze verbreed is.

Het betekent ook dat de slachtoffers centraal staan bij de dodenherdenking, ongeacht waar, hoe en waartoe zij vermoord of gesneuveld zijn. We gaan op 4 mei niet twisten over de vraag of die verzetsstrijder misschien wel teveel risico heeft genomen, of we met de politionele acties misschien aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden (zoals voormalig minister Bot eens zei), en of we in Srebrenica meer hadden moeten doen. Nee, het gaat om de slachtoffers! Daarom ook kunnen wij allemaal, ongeacht onze politieke, maatschappelijke of godsdienstige overtuiging op 4 mei de doden herdenken die gevallen zijn voor onze vrijheid.

Op alle andere dagen van het jaar kunnen, nee moeten we volop discussiëren over de vraag hoe wij die vrijheid invullen en hoe wij die vrijheid willen verdedigen. En daarover mogen we volop van mening verschillen. Dat is de ware en niet voldoende te waarderen betekenis van de vrijheid, waarvoor zij die wij herdenken de prijs hebben betaald. Moge die gedachte ook dit jaar weer leidend zijn tijdens de dodenherdenking van 4 mei die vanwege corona zo anders dan anders is, maar daarmee niet minder zinvol. Ook nu zal in de nabijheid van een opnieuw lege en stille Dam de tram stil staan! En in Oegstgeest hoor je in die twee minuten stilte alleen de vogels kwetteren.

Koos van der Bruggen
Comité Herdenken en Vieren


Andere invulling van 4 mei herdenking - Meedoen kan nog steeds!

Vorige week vroeg het Comité Herdenken en Vieren uw aandacht voor het gedicht Iemand stelt de vraag van Remco Campert: het gedicht verhaalt hoe een kleine daad van verzet kan uitgroeien tot iets groots.

Wij nodigden u uit om aan inwoners van Oegstgeest te laten zien hoe ‘kritisch blijven’ er voor u uitziet. Meedoen kan nog steeds. Daarom herhalen wij onze oproep. Stuur ons uw vraag. Niet een oplossing en ook geen stelling, alleen een vraag die lezers aan het denken zet.

De meest aansprekende vragen zullen gepubliceerd worden in de Oegstgeester Courant en op de website www.herdenken-vieren-oegstgeest.nl en Facebookpagina Comité Herdenken en Vieren. De leden van het Comité Herdenken en Vieren en Willemien Timmers van de Oegstgeester Courant zullen één inspirerende vraag uitkiezen die op posters gedrukt zal worden. Deze poster zal op diverse plaatsen in Oegstgeest worden opgehangen.

Mail uw vraag voor vrijdag 23 april naar iemand-stelt-de-vraag@herdenken-vieren-oegstgeest.nl.

Vermeld uw naam in de mail en eventueel uw leeftijd. U kunt per mail één vraag indienen en u mag maximaal drie vragen indienen. Door mee te doen geeft u toestemming om uw vraag te gebruiken zoals beschreven. Inspireer uw dorpsgenoten en geef betekenis aan het herdenken op 4 mei. Wij zien uw inzendingen met veel belangstelling tegemoet.


Caroline van Tongeren

Comité Herdenken en Vieren Oegstgeest


COLUMN - Groene vergezichten

In ons groene Oegstgeest, is er altijd wel wat te doen om het groen. Dan weer is het snippergroen, dan weer een (kunst)grasveld en nu weer een groene zone die per ongeluk op de verkeerde plek ligt in Poelgeest. Want dat we in Oegstgeest ons groen weten te waarderen en graag willen behouden is overduidelijk. En vooral dat behouden wil de gemoederen nog wel eens doen verhitten. Zo als onlangs weer over het plan van Sedos in het Hofbrouckerpark.

Het goede nieuws is dat we in Oegstgeest 12000 bomen en boompjes hebben staan, waarmee we een van de groenste gemeenten zijn. Dat neemt niet weg dat er toch sprake kan zijn van hittestress, ondanks dat het groen voor verkoeling en wateropslag zorgt. Afgelopen hete zomer was het ca. 5 °C koeler in de Leidsche Hout dan op de aangrenzende Warmonderweg, ondanks alle mooie tuinen en bomen. Veel asfalt veroorzaakt een temperatuurstijging in stedelijke gebieden. En Oegstgeest, hoe groen ook, is toch een verstedelijkt gebied, met een bevolkingsdichtheid van ongeveer 3200 per km2, een van de meest dichtbevolkte gemeentes in Nederland. Desondanks staat Oegstgeest voor een woningopgave van 1200 woningen voor de komende jaren, gebaseerd op demografische ontwikkelingen. In de hele Leidse regio gaat het om een woningopgave van ca. 30.000. Dit betekent dat we in Oegstgeest voor grote dilemma’s komen te staan de komende jaren. De nieuwe Omgevingsvisie zal o.a. aan deze dilemma’s het hoofd moeten bieden.


Naar mijn idee wordt er te veel in traditionele concepten gedacht als het om bouwen en wonen gaat. In plaats van groen te incorporeren in de bouw, wordt er meestal in termen van OF groen, OF bouwen gedacht. Nieuwe concepten van bouwkundigen laten zien dat groen goed te combineren is met hogere bouw. Wanneer flats met verschillende hoogten worden gebouwd, is er veel ruimte voor hangende tuinen, daktuinen en groene muren. In plaats van naar een stenen muur te kijken, krijgen omwonenden dan een spektakel van groene beplanting te zien, compleet met vogels! Daarnaast zouden auto’s meer van het straatbeeld moeten verdwijnen door parkeergarages of bezoekers en pakketpost naar de rand van de gemeente te verplaatsen zoals bij De Boeg. Om dan met elektrische tuctucs verder vervoerd te worden. Zo zou er ook een beperkte parkeergarage kunnen komen achter de AH op de Kempenaerstraat, zodat daarboven een groen parkje met bankjes als nieuwe ontmoetingsplek kan verrijzen, waardoor het groen in het centrum weer verder wordt versterkt.


Daarnaast zie ik mogelijkheden om grond te verkrijgen door de Oegstgeesterweg, tussen de brug naar Poelgeest en de Spoorbrug op de grens met Leiden te ondertunnelen. Op deze manier zou niet alleen aan de rand van Oegstgeest een nieuw groen woongebied kunnen verrijzen, die een schakel vormt tussen het Leidse Houtkwartier en de Oegstgeester wijk Poelgeest, maar ook de uitstoot van uitlaatgassen in dat gebied teruggedrongen kunnen worden. Waarmee niet alleen de woningopgave een impuls kan krijgen, maar ook het groene bouwen. En over de financiering kan Oegstgeest eens gaan praten met de Provincie Zuid-Holland. Zij krijgen het geld niet op en hebben subsidies voor de bouw van woningen voor middeninkomens en voor mobiliteit. Over groene vergezichten gesproken.


Marlene Simoons

Afbeelding
Afbeelding