Afbeelding
Foto: Willemien Timmers

Loetje

In de Oegstgeester Courant van 17 maart jl. lees ik dat restaurant Loetje toch mag komen aan de Klinkenbergerplas. Eindelijk zou je zeggen, want bijna 3 jaar geleden is door Loetje de bouwaanvraag al ingediend. De vertraging is te wijten aan drie bewoners aan de Oude Vaartweg, die herhaaldelijk bezwaar hebben gemaakt bij de Raad van State.

Als je ziet welke argumenten worden aangevoerd, dan kan de conclusie alleen maar zijn, dat ze oneigenlijk zijn en vaak niet ter zake doen. Maar met een goede advocaat en een gemeente, die vaak niet al te nauwkeurig is met bestemmingsplannen, kan je het procederen lang volhouden. De strategie is waarschijnlijk steeds geweest, net zo lang tijdrekken, tot dat Loetje er de brui aangeeft. Maar goed, nu is er de definitieve uitspraak (15 blz) van de RvS en op 1 klacht na (kost de gemeente €1068 + €174 griffiekosten) zijn alle bezwaren afgewezen of niet ontvankelijk verklaard. Maar betekent dit, dat Loetje er ook komt? Ik betwijfel het, want er moet weer een nader onderzoek worden gedaan naar parkeren op eigen terrein. Onbegrijpelijk want aan de Klink ligt een enorme parkeerplaats met meer dan voldoende ruimte. Bovendien komt er dit jaar een Loetje aan de Hooigracht in Leiden. Ik zie het dan ook somber in voor mede-wandelaars/recreanten van de Klink. Helaas moet je vaststellen, dat minderheden er steeds meer in slagen hun wil op te leggen aan de meerderheid.

A. van der Geest - Oegstgeest


De verkiezingen voorbij: gevolgen voor Oegstgeest?

Verkiezingen lijken steeds meer te gaan over wie in staat is de grootste fanclub voor zijn of haar lijsttrekker te realiseren. Een partijprogramma doet er kennelijk nauwelijks meer toe. Terwijl tijdens de Algemene Beschouwingen in 2020, midden in de coronacrisis, kamerbreed de afkeer van het neoliberalisme werd beleden krijgen we, zo het zich nu laat aanzien, een kabinet met een neoliberaal ‘motorblok’’. Het kan verkeren.

Want zijn we ons er eigenlijk wel van bewust dat het aantal daklozen in 10 jaar Rutte verdubbelde tot 40.000. Dat 1 op de 9 kinderen in ons zo welvarende land in armoede leeft, in totaal 272.000. Dat de topman van Ahold, mede dankzij de coronapandemie, 137 keer zoveel verdiende als zijn gemiddelde werknemer en dat de gemeenten hun jeugdzorg, waar mede door de lockdown steeds meer vraag naar is, dus niet meer kunnen betalen en de regering weigert hen daarin tegemoet te komen? Dat de kiezers in de aanloop van de verkiezingen dit en verbeteringen in de zorg, klimaatverbetering, aandacht voor normen en waarden, het terugbrengen van de sterk gegroeide ongelijkheid en meer en beter betaalbare woningen aangaven als de meest urgente problemen van ons land en die, oh ironie, tijdens de debatten niet of nauwelijks aan de orde kwamen.

Op al deze terreinen verwacht men een grotere en duidelijkere rol van de overheid. Zal dit ook gaan gebeuren? Ik acht de kans op de korte termijn niet groot. Want eerst moet de economie (de markt) worden hersteld en dan komt de vraag op tafel hoe en door wie de rekening van alle steunmaatregelen moet worden betaald. En laten we dat ook niet vergeten, de nasleep van de Toeslagenaffaire. Het gevolg zal zijn onverkort weinig ruimte voor de zorg, klimaatbeleid en zo verder. Kortom, zaai het Malieveld maar weer in. Het zal heel lastig worden de geest weer in de fles te krijgen. Want we weten heus wel dat beloften tijdens verkiezingstijd, helemaal van Rutte, doorgaans het karakter hebben van “scheten in een netje” maar verwachtingen verdwijnen niet zomaar.

Wat betekent dit voor Oegstgeest? Ook hier een zekerheid. Het rijk zal problemen en bezuinigingen richting de gemeenten blijven afschuiven. Ondanks de op het allerlaatste moment in de campagne toegezegde extra rijksmiddelen voor de gemeenten zullen we zeker met voortdurende tekorten en druk op de voorzieningen geconfronteerd blijven worden. En of we als zelfstandige gemeente kunnen blijven voortbestaan. Kunnen we dit met neoliberaal beleid voorkomen? Niet als we blijven vasthouden aan het adagium dat de markt de panacee is voor alle kwalen.

Misschien als we in navolging van het liberale idool Adam Smith stellen: "The disposition to admire, and almost worship, the rich and powerful, and to despise, or, at least, neglect persons of poor or mean conditions, is the great and most universal cause of the corruption of our moral sentiments” (uit: A. Smith, The Theory of Moral Sentiments).

Tim van Tongeren