Aanraak- honger

Het idee dat we nog lange tijd in een wereld met een afstand van anderhalve meter zullen leven benauwt me geregeld. Ik zie hilarische filmpjes met creatieve oplossingen. Lange stokken om je eten op bediend te krijgen op een terras. Een predikant kan met een lange stok met een schelp aan het eind dopen. Maar het is serieus. Ik hoop dat we snel terug kunnen naar de oude situatie. We zijn toch door en door lichamelijke wezens. Vooral jongeren onder de 20 moeten aanraken, zegt Huijbers, filosoof, want dat is hun levensenergie. Maar ook ik, vijftiger, vind het zeer ongemakkelijk mijn volwassen dochters, die elders wonen met meerdere huisgenoten, op afstand te moeten houden. Het is nu de ultieme vorm van ouderliefde: je kinderen niet fysiek omhelzen.

Ook mijn werk in de kerk heeft als essentie nabijheid, in elk geval oogcontact. Dat lukt niet als ik videobel. Nu we na zeven weken weer in een klein groepje live kunnen vergaderen, is dat al een enorme opluchting en vreugde. We zien elkaar, we observeren lichaamstaal en zoveel meer dat wegvalt in de communicatie achter het beeldscherm. Een documentaire waarin uitvaartverzorgers vertelden hoe hun werk er nu uitziet, was aangrijpend. Je proefde de onmacht en het verdriet.


Huijbers vraagt zich af wat deze periode zal doen met het gemeenschapsgevoel. Als je medemens jouw gezondheid bedreigt, is hij eigenlijk je vijand. Je loopt met een boog om hem heen. Of dat er echt in zal sluipen vraag ik me af. Het lijkt of steeds meer mensen op dit moment zelfs de regels aan hun laars lappen. Dat lijkt me nu meer een probleem worden. Het gemeenschapsgevoel in Oegstgeest is er nog steeds, getuige de vele positieve initiatieven die we overal lezen.

Het woord aanraken in de Bijbel is haptein, en heeft ook de dimensie van verbinden, en zelfs genezen. Een knuffel kan ook genezend werken. Een schriftelijke knuffel blijft toch een mager ding. Het doet denken aan een verhaal van Toon Tellegen. ‘Zal ik je een schriftelijke taart sturen?’ vroeg de secretarisvogel. ‘Dat is goed,’ zei de eekhoorn, ‘als je maar wel precies opschrijft hoe hij smaakt.’ De eekhoorn smulde de volgende dag woord voor woord van de taart en stuurde als cadeau een handgeschreven muts terug. Schriftelijke taart en feest achter glas zijn even leuk, maar het moet niet te lang duren.

Alice Siepelinga