Cultuur- katholiek

De Samen Vrij markt van 5 mei bood de kans om met gelovigen en niet-gelovigen van allerlei pluimage in gesprek te raken. Maar ook met geloofsgenoten die je niet elke dag spreekt. Zo had ik een boeiend gesprek over de katholieke kerk en het katholieke geloof. Als Brabantse babyboomer ben ik zowat in die kerk geboren: om half een 's middags geboren en nog diezelfde middag gedoopt! Zo ging dat in het Rijke Roomsche Leven. Ik vertelde mijn gespreks- en geloofsgenoot dat ik toch wel wat was losgeraakt van het geloof van mijn jeugd. De vanzelfsprekende geloofswaarheden van toen zijn er niet meer. Die hebben deels plaats gemaakt voor vragen en twijfels, maar ook voor nieuwe woorden, waarden en rituelen. Daarvoor is in de 'traditionele' kerk niet altijd ruimte. En dat leidt tot een zekere afstand, maar daarmee nog niet tot een afscheid. Ook blijf ik houden van de prachtige liturgische tradities en rituelen van de katholieke kerk, zoals de Gregoriaanse gezangen. 'Ben je dan een cultuurkatholiek?', vroeg mijn gesprekspartner. Ik merkte dat ik me bij die vraag wat ongemakkelijk voelde.

Een cultuurkatholiek is iemand die alleen nog maar de uiterlijke kant van het katholiek geloof waardeert en koestert. Maar bij mij gaat het nog steeds om meer dan om het uiterlijk. Veel van dat uiterlijk vertoon heb ik zelfs 'ingeruild' voor meer sobere vormen van liturgie en geloofsbeleving die ik in de oecumene, maar ook in sommige katholieke gemeenschappen heb ervaren. Het is jammer dat hiervoor in de katholieke kerk steeds minder ruimte is. Hoe anders was dat toen dankzij het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) de kerk 'bij de tijd' werd gebracht (aggiornamento in mooi Italiaans). De kerkdeuren gingen open en er kwam interesse voor maatschappelijke misstanden hier en elders. Zo raakte ik actief betrokken bij Pax Christi. Er kwam belangstelling voor de oecumene. Maar mede vanwege een aantal omstreden bisschopsbenoemingen werden die 'modernismen' teruggedrongen. Daarmee verdween het elan van de vernieuwingsbeweging. Uiteindelijk gleden steeds meer katholieke de kerkbanken uit.
De katholieke kerk is niet langer
een volkskerk. Het zou zeker helpen als de katholieke kerk – zoals de protestantse kerk - ruimte zou bieden voor meer verscheidenheid. In Gods huis zijn immers vele woningen.
Koos van der Bruggen

Reactie naar okecolumn@ziggo.nl