"Het is toch te gek dat er soms niemand opspringt om een ander te helpen?" | Foto Willemien Timmers Foto:

Robbert Kamerling:

Kwetsbare ouderen die een zorggat vallen moeten worden geholpen

zorg n Oegstgeest kent veel bijzondere inwoners. Vaak zeer bewust levende mensen die over veel terreinen van het leven hebben nagedacht, en met dat gedachtegoed vervolgens ook iets willen doen. Eén van deze unieke burgers is Robbert Kamerling: allang de pensioengerechtigde leeftijd voorbij, maar nog steeds volop aan het werk als arts. "Kwetsbare ouderen die in het zorggat vallen dat in de laatste jaren is ontstaan, moeten geholpen worden."

Door Willemien Timmers

Kamerling studeerde 45 jaar geleden af en ging in de Noord-Hollandse plaats Heerhugowaard aan de slag. "Daar leerde ik meteen wat het was om hard te werken, en was één van de eersten die een breed gezondheidscentrum opstartte."
In 1978 vond hij in Warmond een betrekking als verpleeghuisarts en medisch directeur. "Ik heb altijd hard en veel uren gewerkt. In mijn Warmondse jaren was ik als arts verantwoordelijk voor een verpleeghuis en drie verzorgingshuizen." Hij specialiseerde zich meer en meer in het omzetten van verzorgingshuizen naar verpleeghuizen, en werd als zodanig steeds op een andere locatie gevraagd om zijn expertise in te brengen.
Na zijn pensioen richtte hij de Stichting MediPartners Nederland op om 'het gat in de zorg op te vullen'. "Veel ouderen vallen tegenwoordig tussen wal en schip. Vroeger kenden huisartsen de mensen in hun wijk nog, dat is nu anders." Ook zijn de lijntjes minder kort, en is de huisarts minder betrokken. Hij vertelt het verhaal van een 85-jarige vrouw in Voorhout die met een gebroken arm op de fiets stapt richting dokterspost, en later richting het Leidse LUMC. "Het is toch te gek dat er dan niemand bij de dokterspost of ergens anders opspringt en de dame even brengt?"
Hij merkt dat er geen beleid is geweest om deze kwetsbare groep op allerlei manieren bij te staan of te ontzorgen. "Als er aan de bel getrokken wordt, omdat er bijvoorbeeld hulpmiddelen nodig zijn, dan gaat de bureaucratie voor. Daarnaast is er vanuit veel gemeente geen beleid geweest om bijvoorbeeld banken, bushaltes en brievenbussen in de buurt van ouderen te houden."
Om ouderen die klem lopen bij allerlei loketten zoveel mogelijk bij te staan, is Kamerling in het oude gemeentehuis van Rijnsburg ruimte gaan huren. "De basis voor de praktijk daar is het doen van goedkope rijbewijskeuringen. Dat doe ik samen met andere vrijwilligers. De inkomsten die we hebben, gebruiken we om therapie te geven aan ouderen met een chronische aandoening als reuma of Parkinson. Deze therapieën worden meestal niet of nauwelijks nog vergoed door hun zorgkostenverzekeraar, maar door inzet van ons vakkundig, vrijwillig personeel kunnen zij tóch revalideren."
Kamerling hekelt de traagheid in de zorg. "Voordat revalidatie ooit is aangevraagd en toestemming is gegeven, is de mevrouw al overleden. Vandaar dat wij in dit gat zijn gesprongen."
Kamerling merkt dat hij met zijn medewerkers ook een soort adviesorgaan aan het worden is, ook op het gebied van bijvoorbeeld de WMO. "Contractueel is de gemeente verplicht om zorg te leveren. Dat moeten zij dus ook doen, en mensen niet maandenlang zonder hulp thuis laten zitten." Hij toont een folder van een Haarlems 'WMO-team' dat bestaat uit vrijwilligers die samen met artsen en een advocatenkantoor opkomen voor de belangen van cliënten. "Zij houden de gemeenten aan de wet."
Kamerling betoogt dat de zorg minder bureaucratisch zou moeten zijn. "Men moet niet argwanend elkaars formulieren nakijken, maar die tijd en dat geld stoppen in meer handen aan het bed."


De Oegstgeester arts denkt nog lang niet aan stilzitten, en zijn dokterstas gaat altijd met hem mee. "Ik bezoek regelmatig ouderen thuis die maar een klein netwerk om zich heen hebben. Het zou mooi zijn als de gemeente zich in zou zetten om per wijk buurtcontacten en zorg in kaart te brengen. Op die manier komt er weer wat structuur terug, en worden ouderen niet aan hun lot overgelaten."