Stemloos

Gister is net een 'zangknobbeltje' bij mij verwijderd. Daarom mag ik een aantal dagen niet praten. Iets niet doen is soms zo moeilijk. Als ik toch probeer te spreken, dan is slechts pijnlijk zielig gereutel mijn deel. En dat valt niet mee. Zeker niet met drie pubers aan de ontbijttafel. Niet praten is gelijk aan bedolven worden. Ondergaan in hun gekakel. Stemloos.

Waar hebben ze het vaak over? Bijvoorbeeld over school. Niets zo saai dan dat. Over nablijven. Niets onterechter dan dat. Over huiswerk. Niets zo te veel dan dat. Voor hen is dit alles niets minder dan een indrukwekkend complot tegen de puberende mensheid. De stakkers toch. Slachtoffers van de omstandigheden. 'Out of control'. Stemloos.

Maar medelijden met hun reutelende vader? Ho maar. Solidariteit is voor watjes. Machteloos probeer ik non-verbaal ze aan te manen hun brood te smeren, het ontbijt te nuttigen, niks te vergeten en op tijd naar school te gaan. Ik verlies mijn geloof, dat 80% van de communicatie non-verbaal zou zijn. Stemloos.

Wel leerzaam, voor even dan. Even niet kunnen praten. Gewoon je mond moeten houden. Alleen maar kunnen luisteren. Doe ik niet zo vaak. Hoewel ik nu vooral reutel, ratel ik meestal ook wel door. En dan is die ander misschien wel hetzelfde als ik nu. Stemloos.

Als dat nu alles was. Maar dat is het niet. Als ik daar een tijdje over nadenk, dan word ik weer bedolven. Mensen schuilen voor wie ze echt zijn. Mensen schuilen voor geweld. Mensen schuilen voor elkaar. Mensen schuilen op een zolder van een kerk. Stemloos.

Wonderen bestaan

En abrupt draait de wind. Plots is het land in rep en roer. Pardon? Wat bezielt de mensen toch? Wat zijn de plannen die ze beramen? Want opeens krijgen honderden stemloze kinderen wel een stem. En een thuis. Dat stemt mij dankbaar en blij. En ik ben sprakeloos.

Wonderen bestaan.

Jelle Wesseling

Reacties: okecolumn@ziggo.nl