Vers van de maand

Na de markt is er een markt
van plastic, kleerhangers en lege dozen.
Duiven, oude vrouwen en stadswild
pikken er als strootjes
het materiaal op voor hun
nesten die ze bouwen
in de stad achter de stad.

Ik loop over de brocante markt in Luik op vrijdag tussen 7 en 13 uur: een gezellige chaos van rommel en oude herinneringen. Ik snuffel er tussen stof, troep en schoonheid, op zoek naar dat ene schilderij, die ene dichtbundel.
Het ruikt er naar zweet en bier. Kooplui uit alle delen van de wereld bieden hun spullen aan. Het is gezellig en voor je het weet is het uren later.


De Vlaamse dichteres Jo Govaerts (1972) zal er vast geweest zijn. Ze heeft na afloop ook de troep gezien, de duiven, oude vrouwen uit de buitenwijken die struinen of er nog wat van hun gading is. Niet alleen de duiven pikken er materiaal op voor hun nesten, ook de armsten vinden nog iets van hun gading.


Govaerts schetst met een paar regels de sfeer van wat wel 'de rafelrand van Walloniƫ' wordt genoemd.

Het is niet te vergelijken met de keurige brocante aan de Lange Voort of de dinsdagmarkt aan de Irislaan, waar alles na afloop keurig wordt schoongeveegd en opgeruimd. Hier is geen 'stad achter de stad', maar wel plaatsen van onverwachte ontmoetingen en gezelligheid die bij ons dorp passen. Wie weet maakt een dichter er nog eens een vers over.

Ronald da Costa