Ratten

Hij kwam uit Rijnsburg. We zagen hem bij de achterburen van mijn tante die daar woonde. Een alleraardigst hondje, een vuilnisbak en bleek al snel een allemansvriendje. Op een dag zaten mijn broertjes en ik te vissen naast de Ruyterlaan in de vijver. Mijn moeder was er ook bij en was gaan zitten op een hoop aarde en zorgde dat wij af en toe wat lekkers kregen. Ineens gaf ze een gil! Een rat kwam onder uit de hoop gerend. Vlekkie, zo heette onze hond, zette zijn nekharen overeind en dook grommend achter de rat aan. Ongelooflijk snel had hij die te pakken en brak schuddend met zijn kop de nek van het ongedierte. Hij begreep als geen ander dat een rat ongedierte is. Ze zijn na vijf weken al in staat zich voort te planten en zes nesten van twaalf jongen per jaar te produceren. Ik ben de hond nog steeds dankbaar, scheelde wellicht honderdduizenden ratten! Gooi dus liever geen etensresten naar buiten voor de eendjes, dat eten ze graag! Wil van Elk