Clementine de Vries Lentsch (r) wordt gefeliciteerd door burgemeester Emile Jaensch. | Foto Roderik van Nispen
Clementine de Vries Lentsch (r) wordt gefeliciteerd door burgemeester Emile Jaensch. | Foto Roderik van Nispen Foto: Willemien Timmers

Onderscheiding voor Clementine de Vries Lentsch - Kostense

lintje n Op donderdag 9 juni werd de Oegstgeestse Clementine de Vries Lentsch – Kostense op de laatste dag van haar arbeidzame leven in Den Haag verrast door een bezoek van burgemeester Emile Jaensch.

Jaensch reikte haar een Koninklijke Onderscheiding uit, en benoemde haar tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

"Het is voor mij, als burgemeester van Oegstgeest, een grote eer om u vandaag toe te mogen spreken," zei Jaensch. "Als eerste spreker op dit afscheid mag ik mijn waardering uitspreken voor alle buitengewone verdiensten waarmee u als jurist tijdens uw carrière de samenleving hebt gediend."

Clementine de Vries Lentsch – Kostense begon in 1975 als wetenschappelijk medewerker Burgerlijk recht bij de Universiteit van Leiden. Daar vervulde zij een nevenfunctie bij in de Faculteitsraad en de Facultaire begrotingscommissie. Er zouden later nog vele nevenfuncties volgen.

In de jaren 80 was De Vries Lentsch bijzonder griffier van de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer. In die functie was zij een belangrijke steunpilaar voor de Commissie Nieuw Burgerlijk Wetboek.
Na deze periode maakte zij de overstap naar de rechtbank 's-Gravenhage. "Daar bleef uw talent niet onopgemerkt. U klom op van rechter-plaatsvervanger tot rechter en tot slot als vicepresident."
De volgende stap was naar de Hoge Raad der Nederlanden. Daar is zij 25 jaar lang, tot vorige week donderdag, werkzaam geweest. "En ook hier wordt u buitengewoon gewaardeerd voor uw deskundigheid, inzet, precisie en scherpzinnigheid," aldus de Oegstgeester burgemeester.

In 1992 begon Clementine de Vries Lentsch bij de Hoge Raad der Nederlanden als advocaat-generaal, aan het parket van de procureur-generaal. "Toen er in 2006 een nieuwe plaatsvervangend procureur-generaal benoemd moest worden, was men het er unaniem over eens dat u daarvoor de aangewezen persoon zou zijn."

De Oegstgeestse was ook twintig jaar hoofdredacteur bij de tijdschriften Nederlandse Jurisprudentie en Rechtsspraak van de Week.
Bij de Hoge Raad is men haar eveneens dankbaar voor haar verdiensten op tal van bestuurlijke posten.
De Vries Lentsch maakte onder andere ook zes jaar lang deel uit van het College van Advies voor de justitiële kinderbescherming dat de minister of staatssecretaris van Justitie adviseerde over voorgenomen wetgeving. Tevens was zij bij de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak twaalf jaar lang bestuurslid van de Studiekring Burgerlijke Rechtspraak. Eveneens twaalf jaar was zij plaatsvervangend voorzitter van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Tot slot was De Vries Lentsch ook lid van de Raad van Advies van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.


"U kunt uw carrière met voldoening afsluiten," sprak Jaensch. "U hebt in belangrijke mate bijgedragen aan de rechtsontwikkeling en de rechtspraak in Nederland op het terrein van het burgerlijk recht. Daarbij was u ook een belangrijke adviseur voor de minister van Veiligheid en Justitie. Voor een volgende generatie rechters laat u een erfenis achter waarop zij verder kunnen bouwen."

"Daarom en voor al deze buitengewone verdiensten heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd u te benoemen tot Officier inde Orde van Oranje-Nassau. Het is mij een eer u deze eervolle onderscheiding te mogen uitreiken en u de onderscheiding op te mogen spelden."