Jeugdarts Frida van ’t Veer en assistente Riné Duiker verlaten CJG-Oegstgeest. |
Jeugdarts Frida van ’t Veer en assistente Riné Duiker verlaten CJG-Oegstgeest. | Foto: Willemien Timmers

Riné Duiker en Frida van ’t Veer nemen afscheid van CJG Oegstgeest

Algemeen

Het is een behoorlijke aderlating voor het Centrum voor Jeugd en Gezin Oegstgeest (CJG): Assistente Riné Duiker (63) en jeugdarts Frida van ’t Veer (63) nemen afscheid van het centrum na respectievelijk 43 en 21 jaar. Samen blikken ze terug op hun jaren in Oegstgeest.

Door Willemien Timmers

“We zijn in de jaren behoorlijk op elkaar ingespeeld geraakt”, vertelt Riné. “We kenden elkaar al langer, maar sinds 2006 werken we samen in Oegstgeest.” Ook Frida kijkt met plezier terug op die jaren. “Als arts en assistente zagen we alle kinderen uit de groepen 2 en 7 van alle basisscholen van Oegstgeest. Op die manier konden we samen op een heel ‘brede’ manier aan preventie doen, en ouders en kinderen helpen bij problemen.”

“We hebben een mooie tijd gehad”, vult Riné aan. “En ook veel gelachen. Er komen immers heel veel verschillende ouders en situaties voorbij. In alles stond preventie echter altijd bovenaan!”

Verschraling

Het gaat Frida daarom aan het hart dat de werkwijze van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), als onderdeel van het CJG, in de afgelopen jaren behoorlijk veranderd is. “Er is een taakherschikking binnen de JGZ gekomen, waardoor wij niet meer samen alle kinderen zien. De assistente gaat voor een triage of screening alleen naar school, neemt daar de door de ouders ingevulde vragenlijsten in, bepaalt lengte en gewicht en kijkt ogen en oren na. De jeugdarts ziet zodoende alleen de kinderen op indicatie naar aanleiding van deze onderzoeken of bij vragen van school of ouders. Dat is een verschraling. Als gevolg van personeelstekort liggen nu ook alle triages en screeningen tot de zomervakantie stil. Het contact met de scholen is hierdoor grotendeels weggevallen en we krijgen nu dus ook minder de kans om voortijdig problemen te signaleren om voor later erger te voorkomen. Dat is heel erg jammer. En áls we dan ouders en kinderen spreken, en het moet ook nog eens via beeldbellen, dan mis je veel informatie. En zo leveren we veel in voor wat betreft de kwaliteit van onze zorg. Persoonlijk contact is erg belangrijk voor een goed advies.” Assistente Riné begrijpt haar helemaal. “Als we samen op het CJG aan het werk waren, konden we elkaar aanvullen en alles wat ons opviel met elkaar bespreken. We waren echt een team en konden iets voor de school en de ouders betekenen. Als je kinderen alleen op indicatie ziet, glippen er leerlingen tussendoor waar we iets voor hadden kunnen doen.”

Zorgen

Zorgen dus bij beiden om de toekomst van de Jeugdgezondheidszorg, temeer ook omdat er veel knowhow wegvalt en er nog geen opvolger voor Frida gevonden is. “In onze regio alleen al is er een tekort aan negen jeugdartsen. Dat betekent dat er dus minder aan preventie gedaan kan worden, en dat is juist zo belangrijk om te voorkomen dat verderop in de keten de wachtlijsten in de jeugdhulp nog verder oplopen.”

Riné Duiker begon na haar opleiding in het LUMC haar carrière in 1978 bij het Artsenlaboratorium en stapte in 1979 over naar de GGD waar ze als assistente in de jeugdgezondheidszorg aan de slag ging. “Dat was de tijd dat we naast het meten van lengte, gewicht en het checken van ogen en oren ook een vingerprik en urineonderzoek deden”, lacht ze. “Echt heel uitgebreid. Die laatste twee verdwenen gelukkig al snel.”

Frida van ’t Veer ging na haar afstuderen aan de slag bij de Riagg en werkte vijf jaar als verpleeghuisarts. Later schoolde ze zichzelf om naar jeugdarts. 

Beide professionals hebben de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt. Riné heeft besloten om voorlopig aan de slag te gaan in het vaccinatieteam van de GGD en hoopt ook veel te kunnen gaan reizen. Frida gaat even rustig afwachten wat er op haar pad komt. “Ik wil bovenal graag genieten van het leven nu het nog kan, en vrijwilligerswerk zal daar vast een onderdeel van uit gaan maken.”

Missen

Beiden geven aan hun werk en collega’s erg te gaan missen. “We hebben ooit gezegd: ‘Als we hier weggaan, dan gaan we samen’. Dat is iets eerder dan gepland, maar we hebben hier erg mooie jaren gehad.”

Uit de krant

Uit de krant