Carla de Glopper: 'Ik ben een bofkont dat ik hier met zoveel plezier heb mogen werken.' |
Carla de Glopper: 'Ik ben een bofkont dat ik hier met zoveel plezier heb mogen werken.' | Foto: Willemien Timmers

Archivaris Carla de Glopper met pensioen

Human Interest

Het mag met recht een aderlating genoemd worden: De gemeente Oegstgeest heeft vorige week afscheid genomen van archivaris Carla de Glopper. Al vanaf 1989 was zij aan het raadhuis verbonden en stond zij zeer vele bezoekers met raad en daad terzijde als ze ‘haar’ gemeentearchief bezochten. “Ik heb dan wel een knotje en een bril, maar ik ben zeker niet saai!”

‘Ik heb dan wel een knotje en een bril maar ik ben zeker niet saai!’

Door Willemien Timmers

Een dag na haar pensionering neemt Carla in het Oegstgeester gemeentehuis de tijd om terug te blikken op haar lange carrière en al haar bezigheden. Het had een feestelijk moment moeten zijn, de dag dat ze de deur van het raadhuis voor het laatst achter zich dicht zou trekken ‘met 66 jaar en vier maanden’, maar het is een dag met een forse rouwrand geworden vanwege het plotselinge overlijden van haar man Rogier op 31 oktober 2020. “Op 11 september zouden we vijftig jaar verkering hebben gehad”, vertelt de archivaris aangedaan. “En we kenden elkaar zelfs al langer. Hij was mijn grote liefde. Vorig jaar zomer zei hij nog: ‘Op de dag dat jij hier klaar bent met werken, staat de caravan voor de deur en vertrekken we voor vier weken naar Frankrijk. Hoe anders kan het leven lopen.”

Op gesprek op het ministerie

Carla de Glopper-Zuijderland werd in 1955 geboren in Den Helder, en verhuisde op haar zesde naar het Brabantse Geldrop. Na haar middelbareschooltijd ging ze geschiedenis studeren in Utrecht, en volgde daarna de opleiding tot archivaris.

Na haar trouwen bleef ze wonen in Utrecht en ging ze werken bij het Rijksarchief in Noord-Brabant. “Het was de tijd dat je óf fulltime werkte, óf niet”, vertelt Carla. “Toen ik in 1981 aangaf dat ik zwanger was en na de geboorte van mijn oudste graag parttime wilde blijven werken, was dat absoluut onmogelijk. Ik ben zelfs op het ministerie geweest om te praten, maar er zat in het geheel geen mogelijkheid in.”

Als gedreven archivaris zat ze niet bij de pakken neer, maar solliciteerde tijdens haar zwangerschap naar de functie van docent paleografie (oude handschriften) bij de Universiteit van Utrecht. “Ik was daar eerder al student-assistent geweest, en kon vanaf 1982 voor een dag in de week aan de slag. Twee jaar geleden ben ik daar gestopt met lesgeven waardoor het mij gelukkig bespaard is gebleven om online les te moeten geven in coronatijd. Juist het contact en de interactie met studenten bij het ontcijferen van middeleeuwse en 16e-en 17e-eeuwse handschriften heb ik altijd heel erg leuk gevonden.”

Oegstgeest

In 1982 verhuisde het jonge gezin vanwege de Haagse baan van Rogier naar Oegstgeest, en daar werden nog twee kinderen geboren.

“Enkele jaren later werd de vereniging Oud Oegstgeest actief hier in het dorp. Vanuit de vereniging werd aangegeven dat het archief van het dorp slecht toegankelijk was, en dat daar beter voor gezorgd zou moeten worden. Jan de Soeten en Bert Driessen hebben zich er toen voor ingezet dat er een archivaris kwam, en dat was ik. Het siert de gemeente dat ze daar in mee zijn gegaan. Tot dan toe was het archief nauwelijks toegankelijk voor bezoekers. En die kwamen dus ook bijna niet.”

Carla moest in die jaren als freelancer het archief, dat zich in de kelder van het raadhuis in het Wilhelminapark bevond, ‘from scratch’ ordenen. Lachend: “Ik was de mol van de gemeente.”

In 1999 kwam Carla in vaste dienst van Oegstgeest, en in de jaren tot aan haar pensionering waren haar weken goed gevuld. “Op dinsdag en donderdagmorgen was ik in Oegstgeest, op maandag, donderdagmiddag en vrijdag in Wassenaar, waar ik ook gemeentearchivaris was, en op woensdag in Utrecht.” Een indrukwekkend schema. “Drie banen is meer dan één baan. Je kunt de goede dingen ook uitwisselen. Dat is mooi. Als docent weet je bijvoorbeeld ook van de praktijk, en kun je je studenten daarin meenemen. Het is overigens geweldig hoeveel je je studenten nu digitaal kunt laten zien. Toen ik in 1978 op de archiefschool zat, moesten we het met microfiches doen, en werden de echte bronnen gefotokopieerd om ze te beschermen tegen te veelvuldig raadplegen.”

Gastvrij

Haar liefde voor het archief maakt dat ze altijd zeer gastvrij is geweest voor bezoekers. “Dat is in de loop der jaren erg toegenomen. Eind jaren tachtig kwamen er per jaar misschien maar twintig mensen langs, terwijl dat er in 2019 wel 160 waren.” 

Gelukkig kreeg de Oegstgeester archivaris vaak hulp van vrijwilligers om het archief nog beter toegankelijk te maken. “Frank Schaake, Gerard de Bruin en Jan Hengstmengsel wil ik hier zeker noemen. Zij hebben echt veel werk verzet.”

Dienstverlening stond altijd hoog in het vaandel, en als archivaris probeerde Carla altijd mee te denken en een meerwaarde te vormen voor de bezoekers. “Het is de kunst om een zoekvraag goed te vertalen, en zo de juiste stukken uit het archief te halen die relevant zijn voor het antwoord. Het is leuk als mensen tevreden naar huis gaan. En ik ben en blijf een docent, dus probeer ik alle bezoekers iets mee te geven”, zegt ze lachend.

Carla de Glopper kan als de beste rondleidingen geven door het Oegstgeester gemeentehuis. Ook tijdens het laatste Open Monumenten en Osger Weekend was zij weer van de partij. “Zo’n mooi gebouw als dit verdient geen half verhaal. En als je mensen eenmaal op mooie details wijst en de verhalen vertelt die erbij horen, vergeten ze het niet meer.”

Amusement

Als burgemeester Jaensch even aanschuift om zijn waardering te uiten en afscheid te nemen komen diverse onderwerpen op tafel. Bijvoorbeeld de fabricage van de Oegstgeester dakpan en het mysterie van de roodgele straatnaambordjes. Vol enthousiasme vertelt Carla over de bordjes, die hun kleur misschien te danken hebben aan een roodgele wegwijzer die ooit in het Wilhelminapark stond. “Toen in 1915 de straatnaamgeving ontstond, wilde Oegstgeest als trots dorp misschien wel onderscheidend zijn, en lieten ze de standaard bordjes, blauw met witte letters, voor wat het was om op te vallen. Dit soort historische mysteries maken geschiedenis zo leuk! Ik heb dan wel een knotje en een bril, maar voor de rest ben ik zeker niet saai, en houd ik er van de historie ook als amusement te zien.”

Op de vraag van de burgervader of ze thuis ook alles archiveert, komt een prachtig politiek antwoord. “Ik archiveer wel, maar niet onmiddellijk.”

Met haar vertrek komt er voor Oegstgeest geen nieuwe archivaris. “Nee, er komt geen nieuwe Carla. Door verandering in de organisatie gaan de moderne archieven nu al een tijdje naar ServicePunt71. Ik hoop overigens dat in de toekomst tijd gevonden wordt om de Oegstgeester Courant te digitaliseren. Dat staat al heel lang op mijn verlanglijstje.”

Bofkont

De komende tijd zal het wennen zijn voor Carla om niet meer naar haar werk te gaan. “Natuurlijk kan ik altijd gebeld worden met vragen over het archief, maar het is goed om na een heel intensief jaar nu eerst even niets te doen. Ik zal moeten zoeken hoe ik na het verlies van Rogier mijn leven nu verder in kan richten. In ieder geval pas ik twee volle dagen op mijn kleinkinderen op. Ik heb er vijf, in de leeftijd van vier tot elf jaar. En ik woon hier heerlijk in Oegstgeest. Het is een erg fijne plek om te zijn.

Ik ben een bofkont dat ik hier met zoveel plezier heb mogen werken.”

Carla de Glopper: 'Ik ben een bofkont dat ik hier met zoveel plezier heb mogen werken.' |
Afbeelding

Uit de krant

Uit de krant