Op woensdag 10 oktober werd het echtpaar verrast met een bezoek van burgemeester Emile Jaensch. | Foto Willemien Timmers
Op woensdag 10 oktober werd het echtpaar verrast met een bezoek van burgemeester Emile Jaensch. | Foto Willemien Timmers

Lolke en Margot Osinga zestig jaar getrouwd

Human Interest

In een week tijd was het huwelijk Lolke Osinga en Margot Bolier in 1958 geregeld. "Het was een moetje", zegt Lolke Osinga met pretoogjes. "Maar dan wel van een ander soort. Toen we hoorden dat we enkel als getrouwd stel de opleiding in het Oegstgeester Zendingshuis konden volgen, tenminste, als we daarna naar dezelfde plek wilden worden uitgezonden, besloten we snel te trouwen.

Geheel onverwacht werd het bruidspaar op woensdag 10 oktober, exact zestig jaar na hun huwelijksdag, verrast met een bezoek van burgemeester Emile Jaensch. "Dat hebben de kinderen voor ons geregeld, wat een leuke verrassing", sprak mevrouw Osinga in hun zonnige huis aan de Mauritslaan, waar de tafel voor een feestelijke familielunch al gedekt stond. De burgemeester nam alle tijd om het diamanten echtpaar te feliciteren en hen nog vele jaren in goede gezondheid toe te wensen.

Verhalen

In alle rust vertellen Lolke en Margot Osinga enkele dagen later in Van Wijckerslooth, waar de bruidegom enkele weken verblijft voor revalidatie, hun levensverhaal. "Laat hem maar vertellen", lacht de bruid. "Dat kan hij erg goed." En ze blijkt gelijk te hebben.
Lolke Osinga vertelt dat beiden in Dordrecht opgegroeid zijn. "Margot op een gewone lagere school, en ik op een zogenaamde Buitenschool, omdat mijn vader aan tuberculose leed. Het leek de longarts beter dat wij als kinderen genoeg voeding en rust zouden krijgen, en de Buitenschool was volgens hem daarvoor de aangewezen plek. Op deze school vond het lesgeven zo veel mogelijk in de openlucht plaats, en hadden we driemaal een tijdvak les per dag, met daartussen lange pauzes om te rusten, te slapen of te eten. We waren van half acht tot kwart over zes van huis. Het klinkt heel mooi, maar er hing een aparte sfeer, en ik heb er nare herinneringen aan." Ternauwernood overleefden hij en zijn zusje op 24 oktober 1944 een bombardement van de Engelsen, waarbij bij de Buitenschool tien dodelijke slachtoffers te betreuren vielen.
"Als enigen van de school gingen mijn broer en zus en ik verder naar de HBS", vertelt Osinga. "Na drie jaar ben ik naar de Kweekschool gegaan." "Ik heb de driejarige MULO gevolgd", vervolgt zijn vrouw. "Dus we troffen elkaar op de Kweekschool toen we 15 en 16 jaar oud waren."
Beide tieners kenden elkaar ook van de jeugdclub van de Nederlandse Hervormde Kerk in Dordrecht, die iedere zaterdagavond bij elkaar kwam. "Dat was een heel gezellig verzamelpunt. Er werd piano gespeeld, gekletst, gesjoeld en gepingpongd", herinnert mevrouw Osinga zich. "Ook kwamen er mensen langs die heel enthousiast vertelden over het werk dat de zending deed in de Nederlandse koloniën. Ik kan mij nog goed herinneren hoe enthousiast ik was over de verhalen uit Suriname", benadrukt de heer des huizes.
Het jonge stel sprak al tijdens hun Kweekschool-tijd af, dat ze zichzelf tien jaar beschikbaar wilden stellen om in het buitenland te werken. Een docent hielp hen op weg en verwees hen naar de Nederlandsche Zendingsschool van de Hervormde Kerk, die al sinds 1917 in Oegstgeest gevestigd was.

Moetje

"Op 29 september haalde ik op de Kweekschool mijn Hoofdakte – ik had nog een hertentamen moeten doen - en op 1 oktober begonnen we samen aan onze opleiding van vier maanden in Oegstgeest. Bij aankomst was er een kamer gereserveerd voor het 'echtpaar Osinga', die we als ongetrouwd stel niet konden betrekken en ook als we uitgezonden wilden worden naar dezelfde plek moesten we getrouwd zijn. En dus zat er maar één ding op: zo snel mogelijk trouwen."
Het diamanten bruidspaar kan er nog altijd om lachen. "We meldden ons zo snel mogelijk bij het stadhuis in Dordrecht met de opmerking dat we móesten trouwen. In die tijd gingen er bij dat soort opmerkingen natuurlijk wel een aantal wenkbrauwen omhoog." Toen het jonge stel de situatie had uitgelegd, kregen ze alle medewerking. "Het bleek dat er tussen ondertrouw en trouwen tenminste twee weekenden moesten zitten. Toen hebben we 10 oktober als huwelijksdatum geprikt."
Ondanks de grote spoed was het een prachtige trouwdag met alles erop en eraan. Of het ook zo'n mooie dag was als 10 oktober dit jaar, herinnert het stel zich niet. "Je ziet geen verwaaide kapsels op de foto's, dus het was in ieder geval windstil."
Na de bruiloft vertrok het kersverse echtpaar per trein naar Leiden. "We wilden eerste klas reizen, omdat we dan toch nog een beetje een huwelijksreis-gevoel hadden", herinnert Margot Osinga zich. "Maar op het perron van Dordrecht moesten we zo opschieten dat we enkel nog snel in een bagage-wagon konden stappen."

Nieuw-Guinea

Van oktober 1958 tot en met februari 1959 volgde het stel de cursus op de Zendingshogeschool in Oegstgeest. Toen vertrokken ze naar Nieuw-Guinea, om daar samen met twee andere echtparen leiding te geven aan een school met internaat die aan het strand gelegen was. "We gingen langs dorpsscholen in de regio om daar de betere leerlingen een kans te geven verder te leren op ons internaat." Het jonge echtpaar kreeg twee kinderen en voelde zich goed op hun plek in de tropen. "Toch moesten we in 1962 Nieuw-Guinea verlaten, omdat Nederland onder druk van de internationale gemeenschap Nieuw-Guinea aan Indonesië over moest dragen."
Thuisgekomen keken Lolke en Margot Osinga elkaar diep in de ogen. "De tien jaren die we ons in het buitenland in wilden zetten, waren nog niet voorbij."
Als snel kwam de vraag via de Wereldraad van Kerken of het echtpaar, met inmiddels drie kinderen (een dochter en twee zoons) in Oostenrijk de leiding op zich wilde nemen van een vluchteling-studentenhuis voor voornamelijk Oost-Duitsers en Hongaren. "Het waren studenten die met name aan de Technische Hochschule van Graz studeerden. We woonden in een prachtig slot dat door de Wereldraad gekocht was om vluchtelingen op te vangen."
Na twee jaar kwam er een nieuw verzoek. "Of we in een Nigeriaans community-centre het team wilden versterken in één van de slums van de stad Port Harcourt. In eerste instantie schrokken we van die vraag, omdat Afrika ons nooit zo direct getrokken had, maar ons werd verzekerd dat Nigeria het welvarendste en meest veilige land van dat continent was. En dus vertrokken we, na een korte cursus in Engeland in 1964 naar Oost-Afrika."
Ook dit verblijf zou korter duren dan gepland. In 1967 brak de Biafra oorlog uit; een burgeroorlog tussen het centrale gezag in Nigeria en de opstandige regio Biafra. "Hals over kop moesten we het land uit." Eén jaar later is Lolke Osinga nog teruggegaan om te helpen in de vluchtelingenopvang in Nigeria. "Een heftige tijd."

Oegstgeest

Bij terugkomst in 1969 was Osinga nog steeds in dienst van de Hervormde Zending. Via verschillende banen, zo was hij regionaal medewerker voor Zuid-Nederland, kwam hij in 1979 naar Oegstgeest. Daar werd Lolke Osinga hoofd publiciteitszaken bij het Zendingsbureau. Bovendien was hij, ook na zijn pensionering, jarenlang betrokken bij het creëren van de jaarlijkse Missie Zendingskalender. "Daarvoor ben ik indertijd vaak op reis geweest, samen met een fotograaf, naar prachtige landen om daar religieuze kunst te fotograferen. In die tijd werden er dan meer dan 300.000 exemplaren van de kalender verkocht." "Het leuke was dat er achterop tekst en uitleg werd gegeven", vult zijn vrouw hem aan.
Overigens sloot het Zendingshuis, in 1971 omgedoopt tot het Hendrik Kraemer Instituut na een fusie met het gereformeerd Zendingsseminarium in Baarn, in oktober 1999 de deuren.

Gewoon

Al zestig jaar lang deelt het echtpaar Osinga al lief en leed. Hun geheim? "We houden gewoon van elkaar, en zijn door de jaren heen steeds meer naar elkaar toegegroeid. Op alle plekken waar we hebben gewoond, heeft Margot heel hard meegewerkt. Ze is een tovenares met naald en draad. We zijn altijd dicht bij elkaars hart gebleven, en hebben onze relatie voortdurend onderhouden."

(Willemien Timmers)

Afbeelding
Afbeelding

Uit de krant

Uit de krant