Merlyn Frank:
Merlyn Frank: "Het woord 'slachtoffer' haat ik, en patiënt heb ik nooit willen zijn". | Foto Willemien Timmers

Merlyn Frank schrijft indrukwekkende roman 'Ver weg en Heel dichtbij'

Cultuur

Overweldigend is het soms: het levensverhaal dat schuilgaat achter het vrolijke gezicht van iemand in je straat of buurt. Een levensgeschiedenis waar de persoon zelf vaak niet veel anders mee kan dan omkijken en het leven accepteren. Van dorpsgenote Merlyn Frank (1940), een bijzonder positief mens, kwam vlak voor de zomer het bijzondere boek Ver weg en Heel dichtbij uit. Een 'autobiografische roman' noemt zij het zelf.

Tekst en foto Willemien Timmers

Het echte verhaal van het leven van de Joodse Merlyn Frank, waarvan veel elementen terug te vinden zijn in haar nieuwste boek, is indrukwekkend. Aan tafel in haar zonovergoten keuken vertelt ze evengoed luchtig en met de nodige relativering over haar achtergrond.
"Ons ouderlijk huis was in de Amsterdamse Deurloostraat. Mijn grootouders woonden op steenworp afstand. Ons gezinnetje – vader, moeder dochtertje van bijna drie en pasgeboren zoontje werd in april 1943 op een trein naar Westerbork gezet.
Bij een noodgedwongen technische stop in Utrecht hebben twee mensen (naar later bleek Utrechtse studenten) ons met gevaar voor eigen leven uit de trein gehaald. Ik probeerde nog om te kijken naar mijn moeder maar het ging razendsnel. De mevrouw rende met mijn broertje via de fietsenstalling de ene kant op en zelf zat ik ineens met mijn koffertje op de bagagedrager van een vreemde meneer die heel hard weg fietste en me bij onbekende mensen afgaf. Het was een onwezenlijke, onbegrijpelijke situatie die ergens nog steeds heel diep in m'n geheugen gebrand zit. Ik kwam voor korte tijd op verschillende adressen terecht, maar uiteindelijk werden er mensen gevonden die tot het einde van de oorlog het wel aandurfden een Joods kind in huis te nemen. Er was niets wat me met die mensen bond, maar ze deden hun best en bedoelden het goed. Ik kreeg meteen een andere naam, paste me aan en ging naar de kleuterschool."

Het noodlot voor de ouders bleek onafwendbaar: via kamp Westerbork kwamen Koosje en Abraham Frank in Sobibor terecht, waar ze op 16 juli 1943 werden vermoord.

Dankbaar zijn

Merlyn en haar broertje kwamen in verschillende pleeggezinnen terecht. "Het mijne was ingewikkeld. Met name mijn pleegvader, een salonsocialist, die er zo trots op was in de oorlog een Joods kind te hebben gered. De hele wereld moest het horen. Ook ik - een lastig kind dat veel wegliep - dat dankbaar diende te zijn dat ik ook na de oorlog nog mocht blijven…Ik kon me niet hechten, ben veel te lang blijven hopen en wachten en later dromen dat mijn ouders misschien toch nog zouden terugkomen."

Ik diende dankbaar te zijn

Pijnlijk duidelijk wordt hoe er in Nederland maar weinig over de lange nasleep van de oorlog wordt en werd gesproken. "Na de oorlog werden heel veel kleine oorlogjes gevoerd. Over bezittingen, over erkenning, over waar Joodse kinderen die de oorlog hadden overleefd moesten wonen, over heel veel zaken. Daar kwam bij dat je niet mocht en wilde zeuren. Je leefde immers nog, en het land moest worden opgebouwd."

Wantrouwig

Toch was de oorlog nooit ver weg. "Onwillekeurig werd ik een wantrouwig kind. Hoe mensen zich tegenover mij gedroegen had vaak twijfelachtige redenen. Zo kreeg ik van de biologieleraar op het Gemeentelijk Lyceum in Enschede standaard te hoge cijfers. Later begreep ik dat hij fout was geweest in de oorlog. Ik was een soort aflaat voor hem. En dat gold ook voor de schenkers van een dure vulpen, een kievitsei, een polaroid-zonnebril en meerdere onbehoorlijk grote bossen bloemen."

Net als alle andere overlevers wilde Merlyn Frank naar vóren leven. "Ik dwong mijzelf om de zonzijde van het leven te zoeken, en niet achterom te kijken. Ik stopte de pijnlijke herinneringen weg. Toch kan ik uit ervaring zeggen dat, nu ik ouder word, de lange schaduw van het verleden mij af en toe inhaalt. Dat is één van de redenen dat ik de laatste jaren als vrijwilliger werk voor het studiecentrum Kamp Westerbork en op scholen mijn verhaal vertel."

Ze benadrukt dat het niet makkelijk is om onder woorden te brengen wat zij als meisje heeft meegemaakt. "Het is eigenlijk een oneerlijke strijd. Ook al sta je positief in het leven, de lange schaduw van de Tweede Wereldoorlog haalt je op enig moment in."
"Het woord 'slachtoffer' haat ik, en patiënt heb ik nooit willen zijn hoewel het niet altijd meeviel uit de handen van een goed bedoelende, meelevende psycholoog of psychiater te blijven."

Bevalling

Over het boek Ver weg en Heel dichtbij – Een testament, deed Frank zeker drie jaar. "Het was echt een bevalling." Eerder schreef de Oegstgeestse 'Vliegende kiep' en 'Koosje', een boek over haar moeder. "Ik ben altijd al met taal bezig geweest. Na de tolkenschool in Geneve werkte ik onder andere voor vliegmaatschappij ElAl, waar ik naast het organiseren van groepsreizen, ook schreef voor de bulletins."

De roman leent zich niet echt voor wegleggen, en trekt de lezer mee in het levensverhaal van 'een nogal neurotisch mens', in de nadagen van haar leven. "De Joodse vrouw voert een unfaire strijd tegen de lange schaduwen uit het verleden. Naarmate de jaren vorderen, en haar weerstand afneemt, moet ze zich uiteindelijk met tegenzin gewonnen geven."


Ver weg en Heel dichtbij is een aangrijpend verhaal, spannend en maar ook beklemmend. De verdwijning van de 'exgenoot' van de vrouw loopt als een rode draad door het boek, evenals haar moeizame verhouding met haar kinderen en kennissen. Ook haar relatie met het Jodendom, of het ontbreken daarvan, komt veelvuldig terug in haar overpeinzingen. Daarnaast is ze alsmaar verwikkeld in broze herinneringen aan de oorlog waarin haar familie als onkruid werd uitgeroeid, en die ze zelf ternauwernood overleefde.

Ver weg en Heel dichtbij is te verkrijgen bij beide Oegstgeester boekhandels, en is tot Franks opluchting zeer positief ontvangen. "Het is erg spannend om je als schrijver zo kwetsbaar op te stellen. Fijn om zo veel aandoenlijke reacties te krijgen. Of er nog een vierde boek komt? Dat weet ik niet – eerst even bijkomen nu."

Auteur

Merlyn Frank (1940)

Boek

Ver weg en Heel dichtbij - een testament


Uitgever

Novum Publishing
Paperback 17,90
ISBN 978-3-99064-311-2

Afbeelding

Uit de krant

Uit de krant