'Buitenspelen zou een vak op de lagere school moeten zijn.' |
'Buitenspelen zou een vak op de lagere school moeten zijn.' | Foto: Willemien Timmers

Rob Siekmann is schrijver van ‘Het straatvoetbalboek’

Algemeen

Dorpsgenoot Rob Siekmann, van jongs af aan een groot voetbalfan, heeft opnieuw een mooi werk toegevoegd aan de (inmiddels indrukwekkende) reeks door hem geschreven sportboeken. ‘Het straatvoetbalboek’, met als ondertitel ‘Over de huidige betekenis van het straatvoetbal van vroeger’, is verschenen bij Willems Uitgevers.

‘Met spelen op straat ontwikkel je techniek en de juiste mentaliteit’

Door Willemien Timmers

Enthousiast als altijd vertelt Siekmann, bij veel Oegstgeestenaren bekend als de wandelende man met de witte hondjes, over zijn nieuwe boek. “Als oud-profvoetballers hun herinneringen delen, begint het verhaal vaak bij creatief samen spelen met een bal op een pleintje. De straat is immers de ideale jeugdopleiding”, vertelt de emeritus-hoogleraar internationaal en Europees sportrecht. 

“Toen ik jong was mocht je pas lid worden van een voetbalclub als je tien was. Daarvóór moest je jezelf vermaken op straat.” Siekmann legt uit hoe belangrijk die levensfase was om later op het grote veld een goed voetballer te zijn. “Op het pleintje waren er geen ouders en geen scheidsrechters. Je moest zelf de regels maken en creatief zijn. Dat maakt dat je een ‘natuurlijke’ opleiding krijgt. Je leert overleven en ontdekken. Die tijd was goud waard.”

Rob Siekmann breekt een lans voor buitenspelen. “De auto heeft het op straat voetballen vaak onmogelijk gemaakt, terwijl je ziet hoe grote voetballers als Dennis Bergkamp en Richard Witschge, beide uit een volksbuurt en altijd met een bal op straat, er een groot deel van hun vaardigheden aan te danken hadden.” Hij vertelt hoe straatvoetbal ook hem veel gebracht heeft. “Ik leerde oplossingsgericht zijn. Toen ik als jongetje eindelijk lid mocht worden van de Haagse voetbalclub VUC vond ik het saai, omdat het op straat spelen veel dynamischer was dan de trainingen die we kregen.” 

‘Het straatvoetbalboek’ is het eerste boek in Nederland dat over dit onderwerp verschijnt. Er wordt weergegeven hoe het straatvoetbal vroeger werd gespeeld, maar ook wordt ingegaan op de vraag of straatvoetbal een betere voetballer van je kan maken. “Ik denk dat straatvoetbal of het spelen op straat echt van betekenis kan zijn. Je handelingssnelheid en spelinzicht worden beter, en je ontwikkelt er een juiste voetbalmentaliteit mee.” Ook Johan Cruijff, die voetballen op straat leerde in de Amsterdamse wijk Betondorp, nam de jeugdspelers van Ajax vaak mee naar het parkeerterrein om een balletje te trappen. “Je moet daar heel anders spelen, want als je valt, doet dat behoorlijk zeer.”

Naast voorstellen van Siekmann hoe elementen van straatvoetbal in de jeugdopleidingen van clubs opgenomen zouden kunnen worden, staat ‘Het straatvoetbalboek’ ook vol met grappige anekdotes van voetbalprofs. “Zo zat Depay vaak met een voetbal in de kerk, en nam Cruijff steevast zijn bal mee de klas in.” 

Ook in dit boek geen half werk van de Oegstgeester auteur. Hij raadpleegde een enorme lijst aan boeken en maakte een overzicht van alle Nederlandse ‘straatvoetballers’. Siekmann hoopt dat de tijd terugkomt dat kinderen uit zichzelf weer meer buiten willen spelen. “Spelen op straat zou eigenlijk een vak op school moeten zijn.”

‘Het straatvoetbalboek’ is te verkrijgen bij de Rijnlandse Boekhandel, of via https://boeken.cafe.

Uit de krant

Uit de krant