Martine Jager (met lintje) temidden van haar vrouwelijke collega's en rector magnificus. | Foto Jeroen Hiemstra
Martine Jager (met lintje) temidden van haar vrouwelijke collega's en rector magnificus. | Foto Jeroen Hiemstra Foto: Jeroen Hiemstra

Koninklijke onderscheiding voor Martine Jager

Algemeen

Ons dorp kent voor zover ik weet nog geen lijst van invloedrijke Oegstgeestenaren maar mocht die er komen dan verdient Martine Jager zeker een plaats in de top van die lijst. De carrière van deze hoogleraar en oogarts is indrukwekkend. Op het gebied van het oogmelanoom is zij één van de meest vooraanstaande wetenschappers ter wereld. Vorig jaar werd ze zelfs uitgeroepen tot één van de honderd meest invloedrijke vrouwen op het gebied van oogheelkunde wereldwijd. Ze is nog lang niet klaar met het onderzoek maar toen brak toch de dag aan dat ze met emeritaat moest. Eind juni was haar afscheidsrede tijdens het congres van de International Society of Ocular Oncology (ISOO), dat ze zelf organiseerde in de stad waar ze in 1974 geneeskunde ging studeren en later promoveerde. Na haar afscheidsrede werd ze koninklijk onderscheiden. Hoogste tijd voor een eerbetoon in de Oegstgeester Courant. 

Oegstgeestse hoogleraar en oogarts met emeritaat

Door Carina Kralt-Bos

Hoe lang woon je al in Oegstgeest?

“Vanaf begin jaren 90. Ik ben opgegroeid in Amsterdam West. We woonden aan een veldje waar jongetjes uit de buurt altijd voetbalden. Ik wilde graag meedoen maar één van de moeders zei dat voetbal niet iets voor meisjes was. Mijn moeder, zelf vrouwenarts, vond het juist prima. Ik leerde zo om geen belemmeringen te zien maar ervoor te gaan. Later had ik een vriend die net het Amerikaans artsexamen had behaald en daar over opschepte. Mijn cijfers waren echt hoger en ik dacht: als hij dat kan, dat moet ik dat ook kunnen. En zo geschiedde. Eind jaren tachtig vertrok ik naar de VS waar ik twee jaar heb gewerkt. Het leuke van het systeem in de VS is dat je daar het arts zijn moet combineren met wetenschappelijk onderzoek. Het heeft me een goed internationaal netwerk opgeleverd. Dankzij die tijd in de VS werd ik in 2007 voorzitter van the Association for Research in Vision and Ophthalmology, de grootste wetenschappelijke organisatie voor oogonderzoek. Ik werd daar verkozen als eerste niet-Amerikaanse voorzitter.”

Wat is jouw favoriete plek in Oegstgeest? 

“Het bos van kasteel Oud-Poelgeest: het kasteel met het water rondom is zo mooi. Achter het kasteel heb je vaak prachtige paddestoelen. Het leuke is ook dat als je goed gaat kijken, je steeds meer gaat zien. En kijk ook eens bij de meertjes bij Poelgeest. Daar zie je lepelaars superelegant door het water gaan. Vooral in het voorjaar is het daar prachtig.”

Wanneer wist je: ik word oogarts? 

“Als co-assistent moest ik samen met een paar medestudenten onze ogen bekijken vanachter de spleetlamp. Wat ik zag waren hele mooie gekleurde ogen. Het eerste wat ik dacht was: daar wil ik me verder in verdiepen. Maar dat niet alleen. Ook de inspirerende lessen en onderzoeksterreinen van professor van Rood en professor van der Eb (twee Oegstgeestenaren) hebben eraan bijgedragen dat ik persé ook onderzoek wilde doen. Toen Professor van der Eb zijn laboratorium vernieuwde, kreeg ik alle oude spullen zodat ik bij de afdeling Oogheelkunde van professor Sterk een eigen lab kon opzetten.”

Waarin heb je jezelf verrast?

“Misschien de internationalisering die ik zelf heb gezocht, waar ik zelf deel van heb uitgemaakt en die ik in mijn rol als hoogleraar en arts heb gestimuleerd. Heel nuttig voor Leidse studenten en promovendi. Ik ben een soort reisbureau voor werken aan Harvard. En ik vind het heel bijzonder dat ik nog steeds contact heb met de mensen waar ik eind jaren tachtig mee ben begonnen. We zijn nog steeds elkaars beste vrienden en dat is na meer dan dertig jaar heel speciaal.”

Je hebt veel prijzen gewonnen. Welke prijs is je het meest dierbaar? 

“Ik was heel vereerd en verrast met de koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw die ik na mijn afscheidsrede kreeg. In mijn carrière heb ik een aantal mensen voorgedragen voor een lintje maar ik heb er nooit bij stil gestaan dat anderen dat voor mij gingen doen. Het is heel veel werk van veel aardige mensen.”

Je bent met emeritaat maar jouw agenda is nog behoorlijk vol. Wat blijf je nog doen en wat niet? 

“Ik blijf nog betrokken bij veertien verschillende promoties en zet een aantal internationale activiteiten voort. Ik ben onlangs voorgedragen als Secretaris Generaal bij een Internationale club van oogartsen. En ik ben nog betrokken bij een aantal internationale onderzoeken in Duitsland, de VS en Portugal. In Portugal gaat een honderdjarige nog steeds actieve Amerikaanse oogarts samen met een Nederlander (moet ik nog geheim houden) een heel grote prijs in ontvangst nemen.

Ook in Nederland zouden we de kennis en kunde van 66+-hoogleraren actief moeten blijven gebruiken. Onder de hoogleraren zijn intussen ook aardig wat vrouwelijke hoogleraren. Daarom heb ik voor mijn laatste congres al mijn vrouwelijke collega’s gevraagd om hun toga mee te nemen. Na mijn afscheidsrede hebben we een groepsfoto gemaakt samen met onze vrouwelijke rector en daar ben ik trots op.”

Uit de krant

Uit de krant