Afbeelding
Foto: Wil van Elk

Drie ooievaarsjongen op Land van Bremmer

Algemeen

Het ging lange tijd slecht met de ooievaars, met deze ‘babybrengers’. Ze waren praktisch uitgestorven in Nederland, tot Vogelbescherming in 1969 een herintroductieprogramma begon in het Liesvelt bij Groot Ammers in Zuid-Holland.

Door Lex Burgel

Met 28 ooievaars uit diverse landen werd een fokprogramma opgezet, waarvan wel gezegd kan worden dat het een succes was. Alleen al in en rond Leiden zijn vier nestplaatsen te vinden waar de ooievaars de laatste jaren met succes hebben gebroed. In Warmond zijn ze te vinden op het open stuk land langs de Herenweg bij landgoed Oostergeest. Onze ‘eigen ooievaars’ zijn te vinden op het Landje van Bremmer. Ze hebben dit jaar drie jongen. Opmerkelijk: de nestpaal heeft daar jaren leeggestaan en is enkele jaren geleden omgewaaid. Toen er in 2012 een nieuwe paal geplaatst werd door De Ronde Tafel, duurde het niet lang voordat de ooievaars deze wel geschikt vonden om op te nestelen.

De derde nestplaats is bij het theehuis in het Leidse Hout en de vierde in het wijkpark in de Merenwijk.

Ooievaars hebben ook iets met grote wegen, want ze zijn nogal eens te zien op de lantaarnpalen langs de A4. Op de hoge schoorsteen langs de A13 tegenover de Ikea in Delft broeden ook al jaren ooievaars. Bij Blijdorp hebben ze zelfs gebroed op de portalen van de bovenleiding van het spoor. Ook hoogspanningsmasten zijn populair. In Spanje vaak met meerdere nesten in één mast.

Weetjes

Ooievaars brengen drie tot vijf jongen groot en in deze tijd kan je soms een heel gezin rond zien vliegen. Het klepperen van ooievaars is onderdeel van hun baltsritueel.

Andere weetjes over de ooievaar: spanwijdte rond de 2 meter, gewicht: 2,5 tot 4,5 kilogram, voedsel: onder andere kikkers, mollen, muizen, regenwormen en aas. In 2018 waren er circa 1100 broedparen in Nederland.

Een flink deel (twintig procent) overwintert in Nederland, maar de meeste vogels trekken in het najaar naar Afrika. In de buurt van Gibraltar bij Tarifa steken ze de Middellandse Zee over. Ze winnen eerst hoogte in de thermiek boven land en gaan dan in glijvlucht naar de overkant. Dat spaart energie.

De ooievaar (met een paling in zijn snavel) in het wapen van Den Haag werd mogelijk gekozen omdat ooievaars vroeger verondersteld werden geluk te brengen.

In Nederland wordt af en toe wel eens een zwarte ooievaar gezien, meestal in de trektijd. Dat is een aparte soort.

Afbeelding

Uit de krant

Uit de krant