Burgemeester Emile Jaensch heette negen nieuwe Nederlanders welkom tijdens de naturalisatiebijeenkomst in het gemeentehuis. | Foto Wil van Elk
Burgemeester Emile Jaensch heette negen nieuwe Nederlanders welkom tijdens de naturalisatiebijeenkomst in het gemeentehuis. | Foto Wil van Elk Foto: Wil van Elk

Negen nieuwe Nederlanders welkom in Oegstgeest

Algemeen

Burgemeester Emile Jaensch heette op maandag 17 december in een gezellig volle raadszaal negen mensen welkom als nieuwe Nederlanders.

Samen met de dames De Sousa Do Espirito Santo, Benninger, Johns, Van Schuijlenburg en Serdijn, en de heren Alwayn, Dellantonio, Matskevych en Kasem, kwamen veel familieleden en vrienden mee naar het gemeentehuis.

'Het werd tijd om Nederlander te worden'

Het was een klein feestje met de gebruikelijke 'Oegstgeester dakpan' als koekje bij de koffie en thee.

De burgemeester hield een inleidend praatje en vertelde over de geschiedenis van de Oegstgeester dakpan die tot aan 1943 werd gebakken aan de Oude Rijn. Hij verwelkomde de nieuwe Nederlanders in Oegstgeest die zich aansluiten in een lange rij van mensen die zich vestigden in dit dorp. "Jullie krijgen een nieuwe nationaliteit, maar geen nieuwe identiteit. Jullie hoeven dan ook niet per se boerenkool met worst lekker te gaan vinden. Ik hoop dat als er een nieuw Oegstgeester kookboek uitkomt, dat er ook jullie recepten uit Amerika, Sirië, Oekraine, Portugal, Engeland of Italië in komen te staan." Hij deelde het kookboek uit na afloop van de bijeenkomst en nodigde hen van harte uit om naar de Oudejaarsbijeenkomst te komen.

Op de vraag waarom ze Nederlander wilden worden, kwamen antwoorden als "het werd tijd om het te worden", "mijn familie woont hier", "ik ben hier geboren en ben nu achttien", "Het is fijn in Oegstgeest", "graag dezelfde nationaliteit als mijn kinderen", en de Brexit werd genoemd als reden. "Maar bij voetbal en hockey blijf ik Engels!"

Vragen aan de burgemeester hadden de aanwezigen alleen over zijn keten. Een van de meegekomen vriendinnen van een van hen vond het een bijzonder fijne bijeenkomst. "Dit doen we zo'n acht keer per jaar", zei Emile Jaensch.

(Wil van Elk)

Uit de krant

Uit de krant