Wijkagenten John Welboren en Pieter Brussee: 'Altijd 112 bellen bij onraad'. | Foto Willemien Timmers
Wijkagenten John Welboren en Pieter Brussee: 'Altijd 112 bellen bij onraad'. | Foto Willemien Timmers

Oegstgeester wijkagenten waarschuwen voor babbeltrucs

Politie

In de afgelopen weken zijn diverse oudere Oegstgeestenaren slachtoffer geworden van babbeltrucs. "Iemand met een glad praatje doet zich voor alsof hij van het energiebedrijf of bijvoorbeeld van de Zonnebloem is. Als ze worden binnengelaten blijkt achteraf dat er van alles uit de woning ontbreekt", waarschuwt wijkagent Pieter Brussee.

Brussee gaat zich de komende tijd samen met zijn collega's John Welboren en Menno Zijlstra en ouderenwelzijnsorganisaties inzetten om te voorkomen dat meer ouderen slachtoffer worden van babbeltrucs.
"De verhalen die aan de deur worden verteld, zijn vaak erg geloofwaardig. Bovendien hebben de oplichters regelmatig een hesje of werkschoenen aan, zodat het lijkt alsof ze echt voor bijvoorbeeld een verwarmingsbedrijf werken", aldus Brussee.
"Als er wordt aangebeld door een dergelijk persoon moet je je realiseren dat bedrijven nooit onaangekondigd langskomen", vult zijn collega Welboren aan. "Ga altijd af op je onderbuikgevoel als je het niet vertrouwd. Vraag door waar iemand precies voor komt, en vraag om legitimatie. Als iemand onaangekondigd op de stoep staat, doe dan kort de deur open voor informatie om hem vervolgens weer te sluiten en het betreffende bedrijf te bellen om te vragen of het klopt dat er die dag een monteur langskomt."
Beide agenten benadrukken dat het niet raar is om iemand niet binnen te laten. "Men is vaak te goed van vertrouwen, en wil niet ongastvrij overkomen. Een echte monteur vindt het helemaal niet erg als er eerst even naar de zaak wordt gebeld om de afspraak te verifiëren."


Op 12 april werd een oudere vrouw aan de Floralaan slachtoffer van een babbeltruc. Een vrouw die zich voordeed alsof ze van een liefdadigheidsinstelling was, vroeg of ze binnen mocht komen. Ze nam de bewoonster mee naar de woonkamer, en liet naar alle waarschijnlijkheid met opzet de voordeur open zodat haar handlanger ook naar binnen kon, en in de woning van alles kon ontvreemden.
Op diezelfde dag werd er ook bij een oudere dame aan de Frans Halslaan aangebeld. Omdat de dames, die zogenaamd van een liefdadigheidsinstelling waren, allerlei irrelevante vragen over de woning stelden, kreeg de bewoonster argwaan, en liet niemand binnen.


"Je ziet dat het goed is om aan de deur alvast door te vragen", legt wijkagent Brussee uit. "Je hoort de meest rare verhalen. Over monteurs die over sieraden beginnen, of bankmedewerkers die om een pincode vragen. Door even door te vragen schrik je veel oplichters al af."
"Wees baas in eigen huis", benadrukt Welboren. "Laat gewoon geen onbekenden binnen, of haal er bijvoorbeeld eerst een buurman of dochter bij. De monteur kan wel even vijf minuten op de stoep wachten terwijl jij belt."
De politie merkt dat er bij veel senioren schaamte heerst als ze slachtoffer zijn geworden van een babbeltruc, en daarom soms de politie niet bellen. "Dit is heel jammer. Niemand hoeft zich te schamen. Bij onraad, maar ook na een onaangename ervaring kunnen bewoners altijd 112 bellen. Daar zijn wij als politie erg blij mee."
Tot slot geven de agenten de tip om waardevolle bezittingen goed te documenteren, zodat bij diefstal de foto's naar de verzekeringsmaatschappij kunnen worden gestuurd. "Beter is het nog om waardevolle items, bijvoorbeeld sieraden, die je niet elke dag gebruikt elders veilig in een kluisje op te bergen."
"Mocht u toch slachtoffer worden van een babbeltruc, bel dan direct 112 en geef een zo compleet mogelijk signalement door. Alle details helpen, en kunnen soms net dát puzzelstukje vormen waar de politie op zoek naar is."

(Willemien Timmers)

Uit de krant

Uit de krant